- 10 - - Een aantal artsen verwijst vrouwen naar de aktiviteiten van Vrouwen werkgroep Anemoon. Regelmatig zegt een arts tegen zijn patiënten, dat ze meer aan sport moeten gaan doen. Dit is voor ons geen reden om daarom alles voor bijna 100% te subsidiëren. In het verslag van het Regionaal Centrum is ons gebleken, dat 43 uur per maand besteed wordt aan vrouwenwerk: "verkapte subsidie" zou men kunnen zeggen. Volgens ons moet het mogelijk zijn, na vier jaar draaien, deze dure uren geheel of gedeeltelijk door vrijwilligsters te laten doen. Daar wij ervan overtuigd zijn, dat de cursussen zeker door kunnen gaan, als alle vrouwen hun steentje bijdragen, volgen wij het advies van B&W om met 20.000,== te volstaan, inclusief de toevoeging waarmee het college het voorstel heeft uitgebreid." De heer VAN ECK valt het op, dat de Vrouwenraad een verhoging van 87% toegewezen krijgt en dat is in het licht van de veelal toegepaste matiging opvallend. Het omgekeerde geldt voor Anemoon, die een verlaging t.o.v. 1980 van 25% voorgeschoteld krijgt. De P.v.dA./W.Pis het met het verbeterde voorstel van BsW eens. Zijn frac tie wil zich distancieren van in de pers verschenen uitlatingen, waarin het gemeentelijke apparaat onjuist wordt beticht. De vrouwenwerkgroep bewijst zich daarmee geen goede dienst. De heer BATEN memoreert de door de werkgroep aan de raadsfracties ge geven uiteenzetting. Zijn fractie is daaruit niet veel wijzer geworden en meent, dat de motivatie onduidelijk is gebleven. Er zijn binnen de aktivitei ten facetten, die beslist waardering verdienen, maar er zijn er ook waarvoor zijn fractie weinig waardering heeft. Het voorstel om 20.000,== te voteren vindt hij al aan de hoge kant, omdat door de Vrouwenraad reeds een aantal precies dezelfde aktiviteiten worden ontplooid en dat veel goedkoper. Zijn fractie ziet dan ook geen enkele aanleiding om B&W t.a.v. 8.000,== een machtiging te verstrekken. De VOORZITTER wijst er op, dat B&W zich door een nader gesprek en infor matie hebben laten overtuigen, dat Anemoon een heel andere groep bestrijkt dan de vrouwenraad. De Vrouwenraad is meer gesetteld, werkt langs bestaande struk- turen. Anemoon heeft een wat minder hoge dPmpel, is vrijb1ijvender en richt zich meestal op een ander soort werk. Uiteraard moet deze ontwikkeling goed worden gevolgd en daarom het voorstel om 8.000,== eerst uit te keren, voor zover aangetoond wordt, dat bepaalde aktiviteiten subsidiëring noodzakelijk maken en tot welk redelijk bedrag. In dit verband verwijst hij naar de opmerkingen van het C.D.A. die ook B&W voor ogen hadden. Het verhogen van de deelnemingsbijdragen stuitte op grote weerstand, hetgeen hem persoonlijk wel aansprak. Men werkt onder een groep vrouwen, die nu niet direct in de hogere salarisgroepen vallen. Ook B&W zouden het betreuren, als de deelnemerskosten de reden zou zijn niet mee te doen. De heer VAN MEER vraagt of B&W al enige criteria kunnen geven, waaraan de aanspraak op het extra-subsidie zal worden getoetst. Hij heeft toch wel be zwaar tegen de hoge vergoedingen voor de leidsters en de dubbele bemanning van elke cursus. De VOORZITTER meent, dat men bestemmingen en cijfers zal moeten aange ven en duidelijk maken, dat deze niet uit de subsidie van 20.000,== kunnen worden bestreden. Een zo zuinig mogelijk beheer moet voorop staan. De heer RADEMAKERS heeft veel respect voor de vrijwilligsters, die zon der vergoeding zoveel organiseren. Hij plaatst vraagtekens bij de aktivitei ten van Anemoon, terwijl de bestaande vrouwenvereniging zoveel bieden en goed functioneren. Het kan zijn, dat zij nog niet die onderwerpen behandelen, welke veel vrouwen graag in het pakket opgenomen zouden zien. Gezien de democrati sche gang van zaken bij de verenigingen als K.V.O., N.K.V. enz. is het heel goed mogelijk die cursussen te krijgen, waaraan men behoefte heeft. Dat is dan veel goedkoper, door subsidies, ook van het rijk en middelen en know how van hun landelijke organisaties. Hij gaat met het aangevulde voorstel van B&W akkoord, maar voegt daaraan graag toe het advies aan Anemoon om met

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1980 | | pagina 140