-7- De heer BATEN ziet enige tegenstrijdigheid met een vorig voorstel en raads- beslissing om een gemeentetaak niet op te dragen aan het streekgewesten het ging toen om de ruimtelijke ordening. Hij vraagt zich af waarom nu wel een positief standpunt wordt voorgesteld. De VOORZITTER stelt, dat het nu niet om de overdracht van een taak gaat, maar om coördinatie. Hiervoor is geen apart ambtelijk apparaat nodig, terwijl dat voor de ruimtelijke ordening wel het geval zou zijn geweest. De bedoeling van het voor liggend voorstel is, dat de gemeenten een gezamenlijk standpunt innemen om elkaar bij te staan, zodra de provincie met een afva1 stoffenp1 an komt. In eerste instan tie zal het streekgewest bouwstenen aandragen. De heer BATEN heeft zijn vraag gesteld om de gewestraads1 eden in staat te stellen het standpunt van de raad uit te dragen. De heer HAGE meent, dat er toch voor gewacht moet worden, dat de kosten van de vuilverbranding niet afgewenteld worden op het hele gewest. De VOORZITTER zegt, dat hiervoor niet hoeft te worden gevreesd. De verbrandings oven kan het huidige aanbod al niet aan. Overigens is de vui1 verbranding niet in het provinciaal afva1 stoffenplan opgenomen. Wethouder OOMS onderschrijft dit. In de vergadering van portefeuillehouders is duidelijk gesteld, dat o.a. Steenbergen niet bang hoeft te zijn, dat het in de kosten van de vuilverbranding Roosendaal moet deelnemen. Het gaat er om lokaties voor gecontroleerd vuilstorten te vinden en deze aan de provincie voor te leggen, Steenbergen heeft tot 1985, Bergen op Zoom zelfs tot 1989 voldoende capaciteit. Dus Steenbergen zou na 1985 eventueel in Bergen op Zoom terecht kunnen. In het voor stel staat dit onder afspraak b) vermeld. De heer VAN DE KAR blijft ongerust, omdat bij uitvallen van de verbrandingsoven de stortplaatsen van Steenbergen en Bergen op Zoom veel eerder vol zullen zijn. Wethouder OOMS ziet het niet zo zwaar in. Als de verbranding Roosendaal het niet aan kan dan biedt Bergen op Zoom soulaas. Over enkele jaren begint deze gemeente pas aan de nieuwe stortplaats. De VOORZITTER wijst er op, dat het niet de bedoeling is al het vuil te gaan ver branden.Er wordt duidelijk voor gecontroleerd storten gekozen, maar dan wel geconcen treerd op enkele plaatsen in de regio. De ervaringen met vuilverbranding in Roosen- daak en elders geven daar ook alle reden voor, want de kosten rijzen de pan uit. Tegen het gecontroleerd storten bestaan ook niet zoveel bezwaren meer. De bedoeling van het gewest is om goede afspraken te maken om elkaar te helpen. Dit is terug te vinden onder afspraak e) Wethouder OOMS merkt op, dat een nieuwe lokatie niet persé op Steenbergs grond gebied hoeft te liggen. De heer VAN DE KAR ziet de toekomst niet zo rooskleurig, als men ziet hoe weinig medewerking de provincie nog steeds geeft t.a.v. de stortplaats inSteenbergen Wethouder OOMS is het hier gedeeltelijk wel mee eens. De provincie zit bovendien al met een jaar achterstand bij de aanpak. De heer VAN DE KAR blijft daarom toch bang, dat de provincie toch de gemeenten wil dwingen tot vuilverbranding. De VOORZITTER vindt dit ongegrond, want in het plan komt verbranding niet voor. De heer VAN DE KAR blijft er huiverig voor, dat de stortplaats van Steenbergen door de samenwerking ver voor 1985 vol zal zijn en dat dan het enig alternatief zal zijn: dure verbranding in Roosendaal of elders. De VOORZITTER kan ermee akkoord gaan, als in plaats van verbranding wordt ge steld: "gecontroleerd storten, waar dan ook"; dus niet verbranden, want dat staat nergens De heer RADEMAKERS mist in het antwoord van wethouder Ooms de toezegging van de vuilverbrandingsgemeenten, dat Steenbergen niet in de vuilverbranding Roosendaal zal worden betrokken. De wethouder zei dit in de vergadering van de commissie gemeen tewerken wel Wethouder OOMS wil dan ook nu herhalen, dat de portefeuillehouders van de "vuil verbrandingsgemeenten" inderdaad hebben verklaard, dat zij er niet op zitten te wachten, dat o.a. Steenbergen voor hun hoge kosten opdraait. Zij zouden het z.i. ook niet kunnen. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1980 | | pagina 122