-3- 1. OPENING De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed en ver welkomt de aanwezigen (red.: w.o. 36 personen op de publieke tribunewaar van een aantal leerlingen van de Fatimasehool te De Heen). Hij deelt mee, dat de heer van Riessen wegens ziekte en met kennisgeving afwezig is. De aanwezigheid van de schoolkinderen heeft geleid tot het verzoek om agendapunt 13 eerst te behandelen. De RAAD gaat hiermee zonder hoofdelijke stemming akkoord. 13. behandeling rapport leefbaarheids- onderzoek "WONEN EN LEVEN IN DE HEEN, 1978" De VOORZITTER licht voor de schoolkinderen het voorstel van B&W en de oorzaak en bedoeling van het te behandelen rapport toe. Hij deelt mee, dat B&W zich inmiddels tot de Staatssecretaris van Onder wijs hebben gewend om te bepleiten de kleuterschool te De Heen, die sinds enke le jaren formeel is beëindigd en sindsdien als peuterspeelzaal wordt voortge zet, onder de nieuwe verruimde bepalingen te brengen en zo weer als kleuter school te kunnen heiopenen. Het zou een welkom element voor het behoud van de leefbaarheid zijn. Omdat het in feite de taak en verantwoordt ijkheid van het schoolbestuur is om te trachten de school in stand te houden is aan dit bestuur afschrift gezonden Hij stelt nu het voorstel aan de orde en deelt mee, dat enkele dagen voor deze vergadering een brief van de werkgroep is ontvangen. Hij geeft graag via een schorsing de leden gelegenheid van dit stuk kennis te nemen. Het college van B&W heeft de brief niet meer kunnen behacfelen. De heer EVERAERT vraagt schorsing, want hij heeft de brief nog niet kunnen lezen. De heer VAN ECK steunt dit voorstel. De VOORZITTER schorst om 19-06 uur de vergadering. De VOORZITTER heropent de vergadering om 19.12 uur. De heer EVERAERT kan zich de vrees van het kerkdorp De Heen voorstellen. De werkgroep zegt in het kort, dat het rijk en de provincie wel richtlijnen kunnen geven, maar de gemeente heeft een eigen verantwoordelijkheid voor haar eigen inwoners. De gemeente heeft juist een taak als er spanning is tussen wat de hogere overheid oplegt en wat een kleine gemeenschap behoeft. De Heen is een duidelijk slachtoffer van het Streekplan West-Brabant, 1970 en waarbij het als niet levensvatbare kern werd gekwalificeerd. Omdat men zag, dat dit onhoudbaar was, is men gaan ombuigen, maar natuurlijk is dit te laat gekomen. Hij kan zich voorstellen, dat De Heen niet gerust is over de wijze, waarop de provincie landelijke richtlijnen vertaalt. In dit verband hoeft hij maar te wijzen op de regeringsnota Landelijke Gebieden, waarin voor het kleigebied ten noorden van de stedenrij alleen ruimte wordt gegeven voor een natuurlijke aanwas 25%. -4-

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1979 | | pagina 91