De VOORZITTER deelt de mening van de heer Rademakers, maar voegt er
aan toe, dat het hier om een algemeen belang gaat, zodat de verwijtende
vinger naar de provincie niet geheel terecht is. Bovendien betreft het de
vervanging van een bestaande woning.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor
stel
10. VERKLARING, DAT WORDT VOORBEREID HET
"BESTEMMINGSPLAN BEDRIJFSTERREIN 0L-
MENDREEF"
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkom
stig het voorstel
11. VOTERING CREDIET
voor onderzoek mogelijkheden verwarming
met en zonder overkapping van het zwem
bad (14e wijz.begr.1979)
12. ONGEGRONDVERKLARING VAN EEN BEROEPSCHRIFT
VAN DE HEER A.UITDEWILLIGEN, SERINGENLN 2,
TEGEN EEN GEWEIGERDE BOUWVERGUNNING
De heer ADRIAANSEN herinnert eraan, dat in 1972 reclamant om aankoop
van een strook grond heeft gevraagd. In januari 1973 hreeg hij bericht van de
adjunct-directeur, dat dit kon en het mogelijk was daarop een garage te bou
wen. In de brief werd er melding van gemaakt, dat nimmer gebouwd mocht wor
den op de met erfdienstbaarheid belaste strook. Het heeft tot 1977 geduurd
vo°rdat reclamant juridisch eigenaar van de grond werd. Op 15 augustus 1978
wordt de vergunning geweigerd en eerst nu komt de kwestie in de raad.
Gezien de lange duur stelt hij voor om de bouwvergunning alsnog te
ver 1 enen
De VOORZITTER antwoordt, dat de brief van januari 1973 door de heer
Adriaansen anders geïnterpreteerd wordt dat hij was bedoeld. De bedoeling
was namelijk, dat er niet gebouwd mocht worden. Daar komt nog bij, dat re
clamant al is toegestaan om, in het teder van een verruiming van de bouwvoor
schriften, meer dan 50 m2 te bebouwen. Als de raad toch vergunning zou ver
lenen, dan gaat hij wel erg ver en schept precedenten.
De heer HOENDERVANGERS meent, dat in dit geval toch wel sprake is
van een bijzonder recht. Aan de brief van de adjunct-directeur is een ver
worven recht te ontlenen. Bovendien betreft het een slepende kwestie, die
reclamant van 1972 tot 1979 alleen maar onzekerheid heeft gebracht.
Hij wijst er op, dat de gemeente pas na 1977 stringente voorschriften heeft
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkom
st i g het voorstel