4 De VOORZITTER heeft wat moeite met de motie, omdat deze z.i. ver keerd gericht is. Tijdens de vergadering van de gedelegeerden van Gasvoorziening Roosendaal is deze kwestie uitvoerig besproken. De directeur van het gasbedrijf heeft de vergadering voorgesteld in te stemmen met het standpunt van de Vegin, waarbij men zich afzet tegen het voornemen van de Minister van Econ.Zaken om de gastarieven voor de inkopers (Vegin) te verhogen, waaruit een tariefs verhoging voor de gebruikers voortvloeit. De gasbedrijven zien maar één argument door de minister aangedragen en dat is een budgettaire. De ta rieven gaan in feite oneigenlijk omhoog en daar wil men zich tegen ver zetten. Spreker vraagt zich af tegen wie de motie zich richt en of deze niet iets anders moet worden gefomuleerd. De heer VAN ECK antwoordt, dat de motie zich richt tegen de minister van econ.zaken, die de tariefsverhoging heeft aangekondigd via de miljoenen nota, zoals aan het slot van de motie is vermeld. De VOORZITTER vraagt of het juist is, dat in de motie de forse winsten uit het gasbedrijf als overweging zijn opgenomen. Is het niet beter om tot uiting te laten komen, dat de gastarieven aanzien lijk meer worden verhoogd dan de andere overheidstarieven In dit kader zijn de forse winsten, waarin Steenbergen meedeelt, niet rele vant. Het antwoord zou kunnen zijn om de onroerend goedbelasting te verlagen. De heer VAN ECK vraagt schorsing. De VOORZITTER schorst om 19-15 uur de vergadering. De VOORZITTER heropent om 19-20 uur de vergadering. De heer VAN ECK deelt mee, dat zijn fractie de overweging "dat de gemeente Steenbergen jaarlijks forse winsten uit het gasbedrijf ontvangt" wil vervan gen door"dat hierdoor de aardgasprijs het karakter van een indirecte belas ting krijgt." De heer VAN MEER is niet gelukkig met de hoge aardgasprijs, maar vindt het niet tot de taak van de raad behoren om hiertegen via een motie bezwaar te maken. Hij zal hieraan geen steu%^el^f2Sêke't'ij'-i herinnert aan een raadsbesluit, waarbij is besloten niet in te gaan/om moties van gemeenteraden. Motivering was, dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten het aangewezen instituut is om actie te ondernemen. Dan moet Steenbergen dit ook niet doen. De VOORZITTER wijst er op, dat deze motie geen adhesie-betuiging van an dere gemeenten vraagt en daar ging het toen om. Overigens gaat het bij deze motie om een beslissing, waardoor de tarieven voor de Steenbergse burgers omhoog gaan. De heer BATEN merkt op, dat de Tweede Kamer het regeringsvoornemen zal toetsen. Zijn fractie vindt de motie meer ludiek dan inhoudelijk, al spreekt de toevoeging over de indirecte belastingverhoging haar wel aan. Niet ver geten mag worden, dat ooR/'anSere regeringen de aardgasprijzen gerelateerd werden aan de olieprijzen. Zijn fractie steunt de motie niet. De heer RADEMAKERS is van mening, dat men als gemeenteraad niet op der gelijke landelijke zaken in moet gaan. Dan komen ook verhogingen van benzine prijzen en el eetriciteitstarieven voor een motie in aanmerking. Zijn fractie is tegen deze motie. De heer VAN RIESSEN heeft wat moeite met de motie, omdat de aardgasprijs vaststelling een landelijke zaak is, die in relatie staat tot het gehele ener gievraagstuk. Men zou ook kunnen overwegen om de hogere opbrengsten te besteden aan energiebesparende voorzieningen. De CDA-fractie zal tegen de motie stem men - 5

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1979 | | pagina 218