- 19 -
Mevr. ONLAND en de heer VAN VOSSEN zijn van mening, dat t.a.v. de z.g.
"punten van practische aard" in ieder geval de vragen genoemd moeten worden
en een beknopte weergave van eventuele discussies daarover.
De VOORZITTER vindt dit een redelijk verlangen.
De heer RADEMAKERS komt nog eens terug op de richtlijnen, die hij bij
het begin van de commissievergadering bekend maakte t.a.v. zijn idee over
de vergaderwijze. Daartoe behoort een uitspraak van de commissie over,
het voor of tegen op een B&W-voorstelAls men een overweging of stemver
klaring daaraan toegevoegd wil zien dan is de secretaris natuurlijk bereid
om dit in het verslag op te nemen. Uiteraard hóeft iedereen het recht zijn
oordeel eerst tijdens de raadsvergadering ui te spreken. Volgens hem waren
de vergaderingen aan bet afzwakken en werden er onderwerpen aan de orde gesteld,
die niet op het technische vlak lagen en waarvoor deskundige assistentie
ontbreekt. Dergelijke onderwerpen horen in de financiële commissie thuis.
De VOORZITTER meent te begrijpen, dat de heer Rademakers bedoelt, dat
de beide commissies zich tot hun gebied moeten beperken, zoals de ver
ordeningen in feite ook bepalen.
De heer RADEMAKERS beaamt dit, want anders kunnen net zo goed alle
raadsleden bij elkaar gaan zitten. Met de opmerking over het ontbreken
van vragen en de korte verslaggeving is hij het met Mevr. Onland eens.
Hij vindt wel, dat de leden zelf om aantekening moeten vragen.
De heer VAN VOSSEN vindt het dan wel vreemd, dat de commissie financiën
maandag besloten heeft om alle agendapunten te behandelen.
Mevr. ONLAND dacht, dat het verslag in ieder geval volledig dient
te zijn. Als van de leden verwacht wordt, dat zij om opneming van hun
opmerkingen speciaal verzoeken, dan zal zij daarmee rekening houden. Erg
logisch vindt zij dit echter niet.
De heer VAN DE KAR, voorzitter van de financiële commissie, verklaart,
dat ook zijn commissie zich met haar taak heeft bezig gehouden. Het was zijn
voorstel om enkel financiële onderwerpen te behandelen. Hij heeft ook voor
gesteld om als commissie tot een eensluidend advies te komen, maar de
meningen bleven hierover verdeeld. Afgesproken is, dat elk lid in de commissie
vergadering zijn mening geeft, maar het recht behoudt om in de raadsvergadering
tot een definitieve uitspraak te komen.
De heer BATEN voegt hieraan toe, dat de commissie financiën tot de
conclusie is gekomen, dat er weinig bezwaar kan bestaan tegen behandeling
van alle agendapunten. De motivering is, dat dit de besluitvorming in de
raad ten goede komt.
De VOORZITTER heeft daar, ook al behoort het niet tot haar taak,
geen moeite mee. Consequent geredeneerd zou er dan ook deskundige bijstand
van de andere discipline moeten worden toegevoegd.
De heer RADEMAKERS vraagt zich dan opnieuw af welke zin dan twee
commissies hebben. Dan kan evengoed een gezamenlijke bijeenkomst worden
gehouden. De commissies hebben aan haar specifieke taken de handen vol.
De VOORZITTER moet de haar Rademakers hier gelijk geven.
Wethouder OOMS wil het probleem nog verder toespitsen. Hij is lid
van de commissie gemeentewerken, maar heeft ook onderwijs in zijn porte
feuille. Onderwijs behoort echter tot de taak van de commissie financiën.
De VOORZITTER ziet dan als enige oplossing verdere taaksplitsing en
vermeerdering van het aantal commissies. Het lijkt hem, dat de commissies
nog maar eens terdege moeten nagaan hoe zij hun taak aanpakken. Daarbij
moet toch wel in aanmerking worden genomen, dat de instel1ingsverordeningen
de taken van de commissies aangeven. Als de verslaggeving tekort schiet
dan moet daar iets aan gedaan worden. Hij kan zich voorstellen, dat b.v.
de directeur gemeentewerken een notulist toegewezen krijgt. Als de commissie
in haar totaliteit vindt, dat zij alle agendapunten moet behandelen dan
is dat aan haar, maar haar formele taak is het niet.
- 20 -