- 13 -
en dat terwijl zijn fraktiegenoot Adriaansen ook al bestuurslid van die
zelfde stichting is.
Wanneer wij dan verder in die fraktie gaan blijkt onze strijdvaardige
collega Jan van Eek ook al bestuurslid van een Stichting te zijn.
Mijnheer de voorzitter, de goeie niet tena gesproken, maar het is toch
een vreemd volkje, die Steenbergse Salonsocialisten."
De heer VAN ECK spreekt als volgt:
Wij hebben hier te maken met de beoordeling van een juiste besteding van
bijna ƒ.100.000,-- gemeenschapsgeld, wat in de vorm van gegeven en nog te
geven subsidie aan het bestuur van het Cromwiel wordt toevertrouwd.
Naast het feit dat het Cromwiel met gemeenschapsgelden in gebouwd,
naast het feit dat ƒ.200.000,-- wordt ingebracht door de huurders en
gebruikers, wordt hier een bijdrage gevraagd van ongeveer 7,per
inwoner van oud tot jong om de exploitatie mogelijk te maken.
Door de vorm van bestuur en de wijze waarop de controle op de besteding
van deze gelden wordt uitgeoefend ligt hier een taak van de gemeenteraad om
in het belang van de gebruikers en de overige burgers van onze gemeente,
die deze gelden inbrengen, goed na te gaan of het beheer en exploitatie
op verantwoorde wijze plaats vindt. Dit vinden wij het recht, maar nog
veel meer de plicht van ieder raadslid.
Het stichtingsbestuur vult zichzelf aan, het stichtingsbestuur contro
leert zichzelf en is zeer verbolgen wanneer vanuit de raad, via het
college van B&W kritische vragen worden gesteld.
Al deze vragen, mijnheer de voorzitter, heeft het bestuur aan zichzelf te
wijten. Door de opstelling van het stuk over 1978 heeft het bestuur er als
het ware om gevraagd dat er vragen gesteld werden.
Bij eerste lezing vonden wij in enkele minuten ongeveer 25 domweg fout
geplaatste posten, niet omdat er naar gezocht werd maar omdat ze te duide
lijk op de verkeerde plaats waren geboekt, terwijl daarhij een groot aantal
zaken om verduidelijking vroegen.
In een door mij geleverd commentaar heb ik het woord "kleuterklaswerk"
gebruikt, wat voor het bestuur aanleiding was een brief te richten aan het
college en de raad waarin het bestuur zich door deze opmerking beledigd
voel de.
Wanneer men op eigen fouten gewezen wordt voelt men zich al vlug
beledigd, mijnheer de voorzitter.
Ik wil hier aan toevoegen, mijnheer de voorzitter, dat met deze op
merking alleen het geleverde werk wordt bedoeld en niet het postuur of de
ontwikkeling van-het bestuur.
Wat de belediging betreft voel ik mij als lid van de raad beledigd
door een bestuur wat een dergelijke aanvraag ter goedkeuring voor[egt
Zowel bij de beantwoording van de vragen die zijn gesteld door het
college, als bij de vragen die door mijn fractie via het college ter
beantwoording zijn aangeboden, is het bestuur niet erg mededeelzaam geweest
en is hetgeen is medegedeeld in diverse gevallen twijfelachtig te noemen.
Ik kom daar later nog op terug.
Bij de beantwoording schrijft het bestuur zelfgenoegzame brieven en
blaast hoog van de toren over de tevredenheid van verenigingen over de
sfeer en het gebodene, terwijl zij daarnaast een bepaalde groepering aan
halen die bezig zou zijn er plezier in te scheppen het bestuur te bekritiseren
en belachelijk te maken. Ik wil het bestuur er op wijzen dat het bestaan
van een dergelijke groepering zeer duidelijk maakt dat men n iet tevreden
is, deze groepering bestaat n.l. ook uit een groep verenigingen en ge
bruikers die tot op dit moment nog steeds zeer slecht te spreken zijn over
de manier waarop het bestuur in het voorjaar heeft gehandeld bij de aanstelling
van een nieuwe beheerderHet bestuur wil graag spreken met redelijke mensen
om het tekort op de exploitatie te drukken. Deze manier van uitdrukken heb
ik meer gehoord, mijnheer de voorzitter, zolang een ander het met iemand eens
is, wordt niet aan de redelijkheid getwijfeld, maar een afwijkend standpunt is
plotseling onredelijk en wordt opgevat als een aanval op de eigen vermeende
onfe i1 baarhei d
- 14 -