- 11 - 14. Votering Crediet voor opstellen van rioleringsplannen (64e wijziging begroting 1979) De heer VAN SCHILT merkt op, dat in de commissie gemeentewerken breedvoerig over dit onderwerp is gediscussieerd. Daarbij werd vooral aandacht besteed aan de riolering in de Kladde. Hij zou graag zien, dat aan die riolering begin 1980 wordt begonnen. De VOORZITTER wijst er op, dat het nu gaat om het opstellen van plannen, niet om de uitvoering. Dat laatste moet worden bezien bij de begroting en de investeringsstaat. Hij zal van de wens van de heer van Schilt nota nemen. De heer VAN VOSSEN kan de heer van Schilt goed begrijpen, want voor Kladde behoeft geen plan meer te worden opgesteld. Dat is n.l. als besteks ki aa r De VOORZITTER zegt toe dit te zullen onderzoeken. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor stel, daarbij in aanmerking nemend de opmerkingen van de heren van SCHILT en VAN VOSSEN. 15. Ongegrondverklaren van het beroep tegen een besluit tot weigering van een bouwvergunning De heer VAN DE KAR vindt het onlogisch en onredelijk om dit verzoek af te wijzen als men ziet welke bouwconstructies in velerlei vorm en aard worden aangetroffen. Er is sprake van een bonte verzameling. Het is toch te billijken, dat als een gezin met vier opgroeiende kinderen gaat verhuizen de berging, die aan de behoefte is aangepast, meeneemt. De bij de woning behorende berging is absoluut onvoldoende om ook de fietsen en bromfietsen te stallen. Hij stelt BsW voor om de beslissing te herzien. Mevr. van NISPEN is het in principe met de weioering wel eens, maar vraagt of de gemeente aanvrager behulpzaam kan zijn met de aanpassing zo, dat het gebouwtje wel aanvaardbaar is. Het bouwen van een stenen schuur tje is voor die mensen onbetaalbaar. Wethouder OOMS stelt, dat als aanvrager bereid is om een half steens muurtje om de berging te plaatsen BSW geen enkel bezwaar hebben. Onlangs is een verzoek om het aanbrengen van een betonnen schutting afgewezen en men heeft toen een houten afscheiding geplaatst. Men kan dan niet nu in dezelfde omgeving wel toestemming geven voor een betonnen schuurtje. Mevr. VAN NISPEN ziet wel verschil in een lange schutting en een kleine berging. Dat is geen juiste vergelijking. Ook de heer VAN DE KAR protesteert hiertegen, want het betreft een schutting van liefst 50 meter en het schuurtje heeft een afmeting van 2x3 meter. Wethouder OQMS wijst er gp. dat een betonnen constructie in het geheel niet bij de bouw ter plaatse past. De heer VAN DE KAR weet, dat aanvrager bereid is het schuurtje van een wel passende kleur en beplanting te voorzien. Een nieuwe schuur of ommuring kan hij niet betalen. Wethouder OOMS merkt op, dat B&W zich t.a.v. het verlenen van bouw vergunningen waar enigszins mogelijk zeer soepel opstellen. In dit geval kan dit echt niet. De heer RADEMAKERS erkent de moeilijkheid van dit geval. Ook hij stelt voor, dat BSW met betrokkene contact opnemen. Aanvrager is niet onwillig en hij ziet best mogelijkheden tot overeenstemming. De VOORZITTER zegt, dat een en ander niet wegneemt, dat de raad vanavond een beslissing moet nemen. De heer VAN DE KAR blijft bij zijn standpunt en vraagt stemming. Mevr. VAN NISPEN vindt het moeilijk een beslissing te nemen. Ener zijds vindt zij, dat aanvrager in de gelegenheid moet worden gesteld de nodige extra berging zo goedkoop mogelijk te realiseren, anderzijds begrijpt zij, dat er een consequent beleid moet worden gevoerd. Zij vraagt of de beslissing niet kan worden aangehouden om B&W ruimte te geven voor het voeren van overleg met aanvrager.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1979 | | pagina 156