-17- De heer BATEN stelt, dat hij dit voorstel indiende juist om te voorkomen, dat er een overlegsituatie zou ontstaan en dat er abrupt een bedrag zou worden vastgesteld, waarvan men van tevoren kan weten, dat het problemen voor de ex ploitatie in de toekomst zal geven. De deur is daardoor opengehouden. Alle po litieke partijen hebben in hun programma inspraak en medezeggenschap vooraan staan. Als er één zaak is waarvoor dit geldt dan is het toch zeker deze kwestie, vooral ook gelet op de intentie van B&W De VOORZITTER zegt, dat hij daarom ook kiest voor een overlegstruktuurDui delijk is wel, dat B&W willen snoeien, omdat zij de toekomst somber inzien. Daarom willen zij een beter inzicht in de gang van zaken. De heer BATEN vraagt om stappen voor een spoedig overleg. Hij raadt aan om het sportkantinebeleid niet aan deze materie te koppelen. Het kant i nebeheer is zeker niet eenvoudiger en zal tot tijdverlies leiden. De heer VAN ECK wil er nog op wijzen, dat bij dranken omzetpercentages ge haald worden van 150 en 296%. Het is uiteraard geenszins de bedoeling om gemeen schapshuizen te sluiten, integendeel. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel en aan vullend voorstel van B&W en met inachtneming van de gedane toezegging t.a.v. de ge meenscha ps hu i zen 1A. 1. Vaststelling minimum verkoopprijzen bestemmingsplan Noord-Oost 1977, le fase 2. Delegatie verkoop van gronden De heer VAN SCHILT vraagt of bekend is hoeveel de woning- en pre mi everhuur woningen ongeveer gaan kosten. De VOORZITTER schat de huur op ongeveer /.A50,-- a ƒ.500,--. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 16. Bouwrijpmaken bestemmingsplan 't Hoogje, 2e fase (53e wijz.begr1979 en 5e wijz.begr.1979 van het G.B.) De heer RADEMAKERS is blij, dat het nodig blijkt de 2e realiseringsfase van dit plan aan te pakken. Hij vraagt om tijdig die maatregelen te nemen, die een herhaling van wateroverlast voorkomen. Ook hier wordt n.l. weer tegen bestaande bebouwing gewerkt Voorts geeft hij in overweging om bouwterrein, waarop nog niet wordt gebouwd in cultuur te houden, zodat het geen vuilnisbelt en wildernis wordt. Wethouder HOENDERVANGERS zal hieraan de grootst mogelijke aandacht besteden. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 17- Nemen van een principe-besluit tav"Vaareent rum Nederland" (terrein voormalige vlasfabriek) De heer VAN VOSSEN spreekt alsvolgt: "Wij zijn verbaasd en teleurgesteld over de concessie, die blijkbaar door gemeente en eigenaar aan de P.P.C. (een "ambtelijke!'commïssie) wordt gedaan. Wij gaan er daarbij van uit, dat de wijziging van de plannen uitsluitend het gevolg is van de afwijzende houding van de PPC. Hoewel wij ons realiseren, dat met het vasthouden aan de oorspronkelijke plannen tijd verloren gaat menen wij anderzijds, dat te gemakkelijk afgeweken wordt van de door burgemeester en wethouders op 18 oktober 1978 opgestelde beleidsvisie t.a.v. de openluchtrecreatie. Deze visie is door de gemeenteraad overgenomen Wij vinden het onjuist, dat de P.P.C. haar oordeel zonder meer grondt op de uitgangspunten van de Nota Ruimtelijke Hoofdstructuur West-Brabant, nota bene een ambtelijk stuk, dat ter discussie is opgesteld. De in het PPC-advies vervatte zin (MI.1.A), dat "in het te herziene streekplan West-Brabant het ruimtelijk beleid zal worden (11) gebaseerd op een hoofdzonering van stedelijke en landelijke gebieden" is op zijn minst voorbarig te noemen. Dat zullen de bestuurders wel uit gaan maken. Dat is maar goed ook, want in dat geval kan Steenbergen ge- voegelijk als regionaal centrum worden afgeschreven en is er weer een toekomstige "kleine kern" meer. -18-

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1979 | | pagina 135