-12-
7. En de laatste, de Je in de rij, hoort weer bij de volle rechthebbenden. Ge
boren in het centrum van Essen, op den Heuvel, priester gewijd te Mechelen
(toentertijd het aartsbisdom), nu priester van het bisdom Antwerpen, na le
raar aan een college, onder pastoor te Turnhout en 16 jaren pastoor te Mork-
hoven bij Herentals te zijn geweest, nu gepensioneerd en min of meer rustend
te Wi1dert-Essen
De tijden (en de mensen die de tijd maken) zijn veranderd, er is geen priester
lijke opvolging in het verschiet, familieleden groeien noodzakelijk uiteen, fa
milieverwantschap heeft bij \elen zijn waarde verloren.
Er is geen lokale in de bodem verankerde verbondenheid meer, met één woord:
het priesterlijk erfstuk hoe koestbaar op zichzelf ook, heeft zijn geestelijke
en voor de familie symbolische waarde verloren. Een 170-jarige familietraditie
loopt hiermee ten einde.
Ik verheug er me over, dat het koninklijk geschenk niet in onbekendheid zal
verdwijnen of in handen van opkopers zal vallen. Na rijp beraad en raadpleging
van naaste en andere verwanten .doe ik als laatste rechthebbende volledig afstand
van alle tegenwoordige en toekomstige rechten op de koninklijke snuifdoos en bied
ze het archief van de stad Steenbergen aan. Zo keert het gouden erfstuk naar zijn
oorsprong terug, voor vele vele jaren."
De VOORZITTER heropent om 20.35 uur de vergadering.
Afscheid Raadslid J.Everaert
De VOORZITTER heeft de heer Everaert kort meegemaakt als lid van de raad en
wethouder. Stilstaand bij de laatste functie kan hij niet anders zeggen, dat er
een bijzonder prettige samenwerking is geweest. Het heeft wel eens geflitst, maar
persoonlijk vindt hij het jammer, dat de heer Everaert het lidmaatschap van de
raad heeft ingeruild voor dat van de staten, alhoewel hij voor deze stap alle
begrip heeft. Namens de bevolking dankt hij voor de bewezen diensten. In de korte
tijd, dat de heer Everaert wethouder was, viel zijn inzet, kennis van zaken en goede
voorbereiding op. Ook mevrouw Everaert wil hij in zijn dank betrekken en graag biedt
hij haar een boeket bloemen aan.
De heer HEIJMANS heeft twintig jaar op politiek terrein met de heer Everaert
gestreden, aanvankelijk als partijgenoot. Hij vindt het vertrek een verlies voor
de gemeenteraad. De heer Everaert was een sportief collega en is er van overtuigd,
dat hij de Steenbergse belangen in de staten buitengewoon goed zal verdedigen.
Hij dankt hem voor hetgeen hij in de raad heeft gedaan.
De heer RADEMAKERS is zes jaar met de heer Everaert raadslid geweest. Er is steeds
een prettige samenwerking geweest, waarbij de zienswijzen vaak overeenstemmend waren
of werden. Zijn taak als wethouder verrichtte hij met veel geestdrift, hij trok er
op uit als dit nodig was en wist daarbij resultaten te boeken. Als statenlid wordt
veel van hem verwacht en hij heeft dit in een hem bekend geval reeds waargemaakt:
binnen drie dagen was er over een probleem bericht van de provincie. Bewezen daar
bij is, dat de heer Everaert de weg binnen het provinciehuis al goed kent.
Namens zijn fractie dankt hij mevrouw en mijnheer Everaert voor de gastvrijheid, die
bij hen werd genoten en hun aandeel in het prettig samenzijn na de vergaderingen.
Het is dan ook jammer, dat de heer Everaert als wethouder en raadslid heengaat, maar
zijn nieuwe ambitie wordt graag geaccepteerd. De Steenbergse gemeenschap zal daar
haar voordeel bij hebben.
De heer ADRIAANSEN wil namens zijn fractie de heer Everaert hartelijk dankzeggen
voor het werk, dat hij als raadslid, wethouder en afgevaardigde in de gewestraad
heeft gedaan. Daarnaast is hij erkentelijk voor zijn besluit om statenlid te worden,
waardoor de raad gelegenheid kreeg om tot een college van B6W te komen, dat een juis
te afspiegeling vormt van hetgeen de kiezers op 28 mei 1978 vroegen. Hij hoopt, dat
de heer Everaert in Den Bosch aan Steenbergen zal blijven denken. Ook mevrouw Everaert
zegt hij hartelijk dank.
-13-