-7-
5.4 uitvoering regeling woordvoering door publiek
De heer HEIJMANS vraagt welke onderwerpen tijdens het vragenuurtje
aan de orde mogen worden gesteld.
De VOORZITTER antwoordt, dat de regeling de onderwerpen beperkt tot
die, welke op de agenda voorkomen. Hij heeft er, binnen redelijke grenzen,
geen moeite mee als iemand iets vraagt, wat buiten de agenda ligt. Boege
roep, demonstraties e.d. zal hij echter beslist niet toestaan. Als de
raad zich echter aan de letter van de regeling wil houden dan zal dat ook
gebeuren. Het lijkt hem goed met de regeling wat ervaring op te doen en
daarna te bezien of aanvulling wenselijk is. Spreker heeft met deze mate
rie nooit echte moeilijkheden gehad.
6. Votering aanvullend crediet
voor uitbreiding riolering
Kruisland
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkom
stig het voorstel
7. Aanbieding "Beleidsnota overdracht van
woningwetwoningen aan de bewoners"
De heer VAN RIESSEN stelt, dat uit de nota een steeds groeiend aantal
woningzoekenden blijkt. Het C.D.A. acht dit verontrustend en verwacht van
het college een beleid, waarbij het aantal te bouwen woningwetwoningen
maximaal zal zijn. Graag ziet het C.D.A.dat B&W met spoed overleg met
gedeputeerde staten openen om de contingenten 1379, 1980 en 1981 verhoogd
te krijgen. Voor het overige staat hst C.D.A. achter de beleidsnota.
Wethouder HOENDERVANGERS antwoordt, dat B&W de uitgesproken zorg
delen. Hij heeft inmiddels opdracht gegeven tot het opstellen van een rapport
over de woningnoodsituatie. Dit is al gereed en wacht op behandeling in B&W.
Hij zegt graag toe met die gegevens naar Den Bosch te gaan om de hogere in
stanties te overtuigen van de te kleine toewijzing aan Steenbergen.
De VOORZITTER voegt hieraan toe dat het vorige college zich reeds schrif
telijk tot gedeputeerde staten had gewend, waarbij argumenten werden genoemd
waarom een inhaalprogramma mogelijk moet worden gemaakt. Daarop is een ge
sprek op ambtelijk niveau gevolgd, maar antwoord is nog niet ontvangen.
Het door wethouder Hoendervangers genoemde rapport kan een vervolg zijn op de
pogingen het woningcontingent verhoogd te krijgen.
De heer VAN ECK spreekt als volgt:
"De circulaire vraagt naar het te verwachten aantal woningen wat men
denkt te gaan verkopen per jaar, we vinden de veronderstelling van 20 te vaag.
Hoeveel aanvragen zijn er en zal dit aantal niet stijgen als bekend wordt dat
de mogelijkheid weer aanwezig is?
De redenering dat kopers hun woning niet verlaten is voor de hand liggend.
Ten eerste zit men aan een jarentermijn vast en als men eenmaal een eigen wo
ning heeft zal de lust tot verhuizen afnemen omdat men geld en tijd in een
woning heeft gestoken. Men mag niet zonder meer aannemen dat deze kopers, als
zij niet gekocht zouden hebben ook niet verhuisd zouden zijn.
De circulaire geeft allerlei motiveringen om n iet te verkopen.
1. Blijven er na verkoop in verhouding tot de vraag voldoende huurwoningen over?
Antwoord: Nee, er zijn er al te weinig.
2. Komen er voldoende huurwoningen tijdig tot stand?
Antwoord: Nee, de contingenten zijn veel te laag.
3. Zijn de wachttijden aanvaardbaar?
Antwoord: Neen, 124 woningzoekenden langer dan 1i jaar, 133 tussen en 1£ jaar
i ngeschreven
-8-