-5-
keuringsdienst garanties gevraagd voor het uitvoeren van noodslach-
t i ngen
De VOORZITTER antwoordt, dat de directeur hem meegedeeld
heeft, dat de dienst goed functioneert. Er is door een communi
catiestoornis onlangs wel een incident geweest, maar overigens zijn
er geen moeilijkheden.
De heer HEIJMANS wijst op zijn vraag in een vorige vergade
ring, die dat incident betreft. De voorzitter zou hierop terugkomen.
Hij neemt aan, dat dit dus een eenmalige omstandigheid was.
De VOORZITTER antwoordt hierop, na de verklaring van de direc
teur, bevestigend.
De RAAD aanvaardt zonder hoofdelijke stemming de aanbieding.
5. VASTSTELLING "REGLEMENT VAN ORDE, 1979"
EN"REGELING WOORDVOERING DOOR TOEHOORDERS,
1979"
5.1 Regeling woordvoering door toehoorders
De heer VAN ECK vindt, dat in de regeling moet worden opgenomen,
dat de raad en het college tijdens het vragenuurtje aanwezig dienen
te blijven. Hij stelt voor toe te voegen regel 5: "Teneinde het ge
stelde in de punten 1 t/m k op de juiste wijze tot hun recht te doen
komen blijft de vergadering bijeen in de samenstelling van de zojuist
gesloten vergadering van de gemeenteraad".
De VOORZITTER ziet in opneming weinig heil, omdat hij geen sanc
tie daarop kan uitoefenen, evenmin als dat het geval is bij het
vroegtijdig verlaten van de raadsvergadering zelf. Bovendien is het
vragenuurtje een niet-wettelijk voorgeschreven bijeenkomst. Enige
sanctie is de positie van het raadslid ten opzichte van de kiezer.
De heer VAN ECK wijst er op, dat het ook om de voorzitter gaat.
De VOORZITTER kan verzekeren, dat hij beslist de vergadering
niet vroegtijdig zal verlaten. De raad kan overigens de voorzitter
formeel niet verplichten om een bijeenkomst, geen raadsvergadering
zijnde, bij te wonen. Spreker meent, dat in deze kwestie meer op de
redelijkheid moet worden afgegaan.
De heer VAN ECK vindt toch, dat de regeling te eenzijdig is
t.a.v. zekerheden en dat valt in het nadeel van de publieke tribune
uit. Daarom hecht hij er zoveel waarde aan, dat zijn voorstel toch
wordt overgenomen. Het staat er dan en het raadslid wordt daaraan
steeds herinnerd.
De VOORZITTER acht de waarde van het te woord staan van de kie
zers veel groter en ziet daarin juist de sanctie om aanwezig te
blijven.
De heer VAN ECK trekt zijn voorstel in, ook al is hem bekend,
dat er gemeenten zijn, waar een gedeelte van de raad vóór of tijdens
het vragenuurtje opstapte.
5.2 Reglement van orde
ART. 5, lid 2 (plaatsneming)
Mevrouw ONLAND wil voorstellen om de regeling t.a.v. de volgorde
van plaatsneming binnen de fraktie te laten vervallen.
De VOORZITTER deelt mee, dat b&w hiermee akkoord gaan, gezien de
aangevoerde argumenten.
De RAAD gaat zonder hoofdelijke stemming met deze wijziging ak
koord
-6-