Na ter plaatse een geluidsmeting te hebben gedaan en de
ingekomen bezwaren te hebben getoetst is op 17 maart jl.
de conceptvergunning aan de geëigende instanties toege
zonden. Laatstelijk is op 25 april jl. met de Inspectie
Volksgezondheid nog gecorrespondeerd omtrent de op te
nemen voorwaarden m.b.t. geluidsoverlast. Binnen de daar
voor gestelde termijn hebben wij niets mogen vernemen
en derhalve is de vergunningsaanvrage in onze vergadering
van 10 mei jl. een punt van bespreking geweest.
De vergunning hebben wij verleend. De voorwaarden
m.b.t. de geluidsoverlast luiden als volgt:
a. de in het koelhuisvoorportaal aanwezige electromotor van
10 p.k. moetz'jn opgesteld op doelmatige rubbertri 1 1 ings-
isolatoren en tussen deze electromotor en enig vast deel
van het gebouw mag geen starre verbinding aanwezig zijn;
b. het geluidsniveau, veroorzaakt door de inrichting en ge
meten aan de grens van de inrichting mag niet meer bedra
gen dan:
AO dB (A) des avonds van 19-00 tot 23-00 uur
30 dB (A) des nachts van 23.00 tot 07-00 uur
De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat ondanks het bezwaar
van reclamanten, toch een voorwaardelijke vergunning is ver
leend, ook om te voorkomen, dat, door instellen van beroep
door de aanvrager, de inrichting nog zeer lang onbeperkt
kan werken en dus ernstige lawaaihinder veroorzaken.
De controle op naleving kan via meting plaatsvinden en bij
niet-nakoming zal tot sluiting worden overgegaan.
Wethouder HOENDERVANGERS merkt op, dat geluidshinder
subjectief is. Wat vcPr de een hinder is, behoeft dat voor een
ander niet te zijn. Bij het meetonderzoek is gebleken, dat de
klachten gerechtvaardigd waren en het geluid kan worden ver
minderd. Daartoe dienen de genoemde voorwaarden.
5. dankbetuiging wethouders Hoendervanqers en Herbers
De VOORZITTER wil niet nalaten bij het terugtreden van
de heer Hoendervangers als tijdelijk wethouder hem hartelijk
te bedanken voor de wijze, waarop deze zich 6 maanden lang
zeer actief en conscentieus heeft ingezet.
Het is goed op te merken, dat, na het afscheid van burge
meester van der Meer, het college niet is gaan uitdrijven,
maar een veelheid aan onderwerpen heeft voorbereid en aan de
raad voorgelegd.
Wethouder HOENDERVANGERS wil naast dank voor deze har
telijke woorden ook zijn erkentelijkheid uitspreken voor de
medewerking van de wethouders Herbers en Jansen. Die is bui
ten verwachting heel groot geweest.
Wethouder JANSEN memoreert, dat dit ook de laatste werk
vergadering zal zijn, die wethouder Herbers voorzit.
Een dankwoord voor al hetgeen de heer Herbers als plaatsver
vangend burgemeester heeft verricht is hier zeker op zijn
plaats. Te noemen vallen o.a. de burgemeesterspreekuren, de
vertegenwoordiging naar buiten en de altijd wat moeilijke
tijd vlak voor de raadsverkiezingen. De wijze van beharti-