-36-
10. Groenbestemming voorm.CSM-sterfputten Noordwal
(P.v.d.A.17j repliek 38)
De heer HOENDERVANGERS heeft deze kwestie aangeroerd i.v.m.
het voteren van een crediet voor onderzoek van de wallen tussen
Vlietje en Vest. Wellicht kan dit stuk meegenomen worden, zodat o.a.
voor het nieuwe woongebied een waardevol groen gebied beschikbaar
komt
De VOORZITTER ^eet, dat de CSM dit gebied niet wil afstaan.
De suggestie zal in studie worden betrokken.
11.Afschrijvingen (P.v.d.A. 43 repliek 34)
De heer HOENDERVANGERS herhaalt, dat in het verleden versterk
te afschrijvingen plaats hebben gevonden. In een tijd van zuinig
aan doen is het gewenst om na te gaan of er geen wijziging in tijds
ruimte van afschrijving moet komen. Hij denkt b.v. aan het rollend
materieel, dat steeds langer blijkt mee te kunnen dan de afschrij
ving loopt. Daardoor zou de algemene dienst wat minder belast
worden
De VOORZITTER is het met deze gedachte eens en vindt het een
waardevolle suggestie. De vraag is of de provincie dit zal aanvaar
den. Technisch zal een en ander moeten worden aangetoond.
12. Recreatiezone Vliet (C.D.A.3.3} V.V.D.4.2repliek 64)
De heer HOENDERVANGERS wijst erop, dat de VI ietzone, althans
voor een deel, is opgenomen in het plan van het Kanaalschap De
Eendracht.
Wethouder EVERAERT antwoordt, dat bij de recreatie-studie, die
het streekgewest uitvoert uitdrukkelijk dit plan wordt ingebracht.
13. Overdekt zwembad (P.v.d.A.4, repliek 65)
De heer VAN SCHILT vraagt of er een subsidietoezegging is.
Wethouder EVERAERT verklaart, dat het Steenbergs plan deel
uitmaakt van een grote stapel aanvragen bij C.R.M. Zo ongeveer
eens per 1jr jaar komt er een toekenning.
KRUISLAND'78
14. Natuurgebied Vlietzone Dweg-Kruisland (CDA 3.33 WD 4.23 repliek 64)
15. Kruispunt Markt-Brugweg, Kruisland (PvdA 83Kruisl.2} repliek 66)
16. Groeiklasse Kruisl.4repliek 68)
De heer RADEMAKERS heeft er geen moeite mee, dat dit gebied
visueel geconserveerd wordt mits dat niet gaat ten koste van de
1andbouw.
Wethouder EVERAERT zegt, dat dit zeker niet de bedoeling is.
De heer RADEMAKERS acht het een paardenmiddel om de drie rij
stroken op dit kruispunt te handhaven. De tottoirverbreding zal
daardoor miniem zijn en dus ontoereikend.
Wethouder EVERAERT wijst op de weigering van de provincie
om de suggestie van de gemeente over te nemen.
De heer RADEMAKERS verwacht, dat het toekennen van cijfers,
bepalend voor de groeimogelijkheden, wel verlaten zal worden. Men
wil nu naar een dorpenplan voor West-Brabant, waardoor wel reke
ning gehouden wordt met leefbaarheid en behoeften voor elk dorp,
apart bezien.