-34- 2.3 DUPLIEK (achter het onderwerp wordt aangegeven waar de behandeling in alg.beschouwingen en repliek is terug te vinden) De VOORZITTER stelt de tweede termijn voor de gemeenteraad open A. C.D.A. 1Inspraakverordening (C.D.A.2.1, repliek 2) De heer OOMS is blij met de toezegging, dat een model ter inzage zal worden gelegd. Dat is een eerste stap op de goede weg. 2Investeringssubsidieverordening (C.D.A.1.2, repliek 2) De heer OOMS valt het op, dat BSW in een dergelijke re geling niet veel ziei. In de werkgroepen van het C.D.A. is de ze kwestie breedvoerig besproken. Met name werd een dergelij ke verordening, die in veel gemeenten wordt toegepast, gezien enerzijds als een drempel tegen grote wensen en anderzijds als een vorm van eigen verantwoordelijkheid en zelfwerkzaam heid. De VOORZITTER heeft dan de vraagstelling verkeerd begre pen. Hij dacht aan een verordening, die, als men aan bepaalde voorwaarden voldeed, recht geeft op subsidie. Wat de heer Ooms bedoelt kan zowel bij verordening als bij incidenteel besluit en deze laa'ste vorm heeft het voordeel, dat geval voor geval beoordeeld kan worden. Deze gedachte leeft ook bij het college. Hij zegt toe een dergelijke verordening ter inzage te leggen met rapportage van ervaringen m.b.t. de toepassing. 3. Werkgelegenheid (C.D.A.6.1, repliek 28) De heer OOMS licht toe, dat het C.D.A. de bedoeling heeft om alle mogelijkheden aan te wenden om de werkgelegenheid tenminste te behouden an zo mogelijk uit te breiden. Dit is het kardinale punt en een stuurgroep kan hier speciaal attent op zijn. 4. Gezondheidszorg (C.D.A. 6.2, repliek 29) Het C.D.A. blijft van mening, dat er aan uitbreiding van de polikliniek met specialisten van het Roosendaal's ziekehuis behoefte is. De gemeente kan zich hiervoor toch i nzetten? De VOORZITTER meent, dat dit niet afdoet aan het feit, dat het een moeilijke zaak schijnt te zijn. hij zegt toe, dat gepoogd zal worden om de gevraagde uitbreiding te ver wezen 1 ijken. 5. Vragenuurtje (C.D.A.3.2, P.v.d.A.14, repliek 15) De heer OOMS is verheugd met de positieve reactie op het instellen van een vragenuur voor de burgers na raads- en com- mi ssievergaderingen De VOORZITTER merkt op, dat de commissie ad hoc, die een nieuw reglement van orde voorbereidt, deze kwestie in haar opdracht toegevoegd heeft gekregen. 6. Dag- en nacht bereikbaarheid politie (C.D.A.2.4, repliek 11) De heer OOMS vindt het toch wel jammer, dat een dag- en nachtbereikbaarheid van het politiebureau er niet in zit. De VOORZITTER lijkt dit niet zo bezwaarlijk, want via de meldkamer is er direct contact met de surveillance en daarop zou ook het plaatselijk politiebureau aangewezen zijn. Via de meldkamer worden dezelfde diensten bewezen, want de man op het bureau zou zijn post toch niet kunnen verlaten. Bovendien is het bij het huidig systeem mogelijk om meerdere

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1978 | | pagina 220