-5-
Wethouder JANSEN acht het juist een goede gewoonte
de raadsagenda en voorstellen vooraf aan de pers te zenden.
Een vergissing kan gemakkelijk daarna worden hersteld en
dat zal dan nu ook gebeuren.
De heer EVERAERT is het hiermee eens, want het gaat
juist om een volledige informatie aan de bevolking.
De heer VAN TILBURG blijft zich afvragen of het tijdstip
van publikatie wel juist is. Een goede infomatie heeft uiter
aard zijn instemming.
8b1uswatervoorziening in 't Westland
De heer OOMS hecht, ondanks de bezwaren van de brand
weercommandant, toch grote waarde aan een goede bluswater
voorziening. De ervaring in het verleden onderstreept dit.
Hij stelt voor contact op te nemen met de drie eige
naren van de geboorde putten en voorts, watermonsters te
nemen
Eerst dan is het ijzir/nalte te bepalen. Overigens zeggen de
betreffende eigenaren, dat hiervan geen sprake is. Ook de
capaciteit van de putten dient eerst te worden onderzocht
alvorens daarover een oordeel kan worden gegeven.
Zijn eerder gedane suggestie om meer putten te boren trekt
hij in, omdat dat op provinciale bezwaren stuit.
De VOORZITTER antwoordt, dat het college de zwart-op-
witverklaring van de brandweercomm ant heeft overgenomen.
Hij neemt nota van de opmerkingen en zegt een nader onder
zoek toe.
9.tijdstip aanleg provinciale weg Oud Gastel - Kruisland
De heer RADEMAKERS vraagt hoe "hard" de provinciale
uitspraak, dat deze weg over zo'n 5 jaar aangelegd zal
worden, in feite is.
Wethouder JANSEN ziet dit niet meer dan als een
opmerking gemaakt tijdens de hoorzitting over het rijwiel
pad Kruisland-Roosendaa1
6. AFWIJZING VAN EEN VERZOEK VAN
G.KOENRAADT, STADSHILLEN 49
om vergoeding van door woon
wagenbewoners veroorzaakte schade
De heer OOMS wil duidelijk stellen, dat het de overheid is
die bepaalt, dat er een woonwagencentrum moet komen en waar. Con
sequent en redelijk doorgeredeneerd betekent dit, dat diezelfde
overheid de overlast en schade aan omwonenden moet vergoeden.
Uiteraard voorzover deze overlast en schade door een door de ge
meente aangewezen persoon te constateren is. Hij neemt er niet
langer genoegen mee, dat de gemeente zich daaraan onttrekt.
De VOORZITTER antwoordt, dat B&W na rijp beraad hun stand
punt hebben bepaald en daarvan niet afwijken. Men kan niet door
gaan de gemeente ongelimiteerd met schadeclaims op te zadelen.
De geschiedenis heeft de gemeente voorzichtig gemaakt. Een
benadeelde kan een claim indienen. De onafhankelijke rechter
beslist dan en bij toewijzing van de claim betaalt de verzekerings
maatschappij, waarbij de gemeente is aangesloten.