-8- 18. Aanbieding begrotingen: a. Woningbedrijf 1978/79 b. Vleeskeuringsdienst 1979 c. Grondbedrijf 1979 d. Algemene Dienst 1979 aanwijzing onderzoekafdelingen De VOORZITTER vraagt of de raad B&W wil machtigen via loting tot twee afdelingen tot onderzoek van de begrotingen te komen, dan wel de twee bestaande raadscommissies als zodanig wil beschouwen, waarvan dan telkens een wethouder voorzitter is. De heer VAN VOSSEN verklaart, dat zijn fractie akkoord gaat met aanwijzing van de raadscommissies tot afdelingen. De heer OOMS deelt mee, dat het C.D.A. liever loting ziet, zodat de bezetting wat anders wordt. Daarnaast ziet zijn fractie graag twee verschillende vergaderdata, waardoor onderling wisselen mogelijk is. Dit is al lang gebruikelijk en werkte goed. De voorzitter wordt dan ingeli cht. De heer RADEMAKERS vindt de practische oplossing om de commis sies als afdelingen aan te wijzen en onderlinge ruiling mogelijk te maken onder melding aan de voorzitters. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming de raadscommis sies aan te wijzen als afdelingen tot onderzoek van de begrotin gen 1979 met de mogelijkheid tot wisselen van bezetting onder mel ding aan de voorzitters van de afdelingen. openbaarheid afdel ingsvergadedngen De VOORZITTER stelt aan de orde de beslissing of de vergade ringen openbaar zullen zijn. De heer HOENDERVANGERS stelt prijs op openbaarheid. De heer OOMS verklaart, dat de grootst mogelijke meerderheid van de CDA.-fractie voor openbaarheid is. De heer RADEMAKERS zegt, dat zijn fractie openbare beraad slagingen wenst. De heer VAN VOSSEN deelt mee, dat de VVD-fractie voor openbaar vergaderen is. De VOORZITTER concludeert, dat de afdelingsvergaderingen openbaar zullen zijn. 19. Investeringsstaat 1979 en volgende jaren De VOORZITTER deelt mee, dat zowel de investeringsstaat als de vaststelling van de tarieven van de onroerendgoedbelas ting bij de begrotingsvergadering aan de orde zullen komen. 20. Wijziging "Verordening op de heffing en invordering van onroerendgoedbelastingen" De VOORZITTER verklaart, onder verwijzing naar zijn opmer king bij punt 19, dat de provincie en het rijk geen moeite heb ben met latere inzending, omdat de verordening reeds is vast gesteld.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1978 | | pagina 179