-13- Steenbergen met omstreeks 10.000 ton zou dus niet doelmatig kunnen werken. Het lijkt hem dus verstandig om in overleg met de gemeenten na te gaan of er alternatieve plaatsen zijn en met keiharde cijfers aan te tonen, dat er wel degelijk goedkoper kan worden gewerkt. Het schijnt, dat tegenwoordig wordt aangenomen, dat als iets maar groot is het efficient kan werken. Verschillende fusies in het bedrijfsleven en de grote woonwagenkampen tonen het tegendeel aan. Gedeputeerde Brugman kan niet ontkennen, dat er in Steenbergen op een milieutechnisch verantwoorde wijze vuil wordt gestort. Wil men bij deze gedeputeerde wat bereiken dan zal men zich juist op de twee door heri genoemde punten sterk moeten maken. De VOORZITTER antwoordt, dat de bedoelde keiharde cijfers op 13 december aangedragen zijn. Aangetoond is, dat één ton vuil verwerking in Steenbergen, Nieuw-Vossemeer en Dinteloord 16,50 kost en bij de Vui1 verbrandingRoosendaa1 65,==. Alternatieve stortplaatsen zijn er en persoonlijk denkt hij nu zelfs aan het terrein van de Vlasfabriek. In overleg met de regio-Roosendaa1 gemeenten zal moeten worden geconcludeerd, dat er met twee maten gemeten wordt. Het stellen van een minimum van 100.000 ton verwerking per jaar is niet reëel. Rucphen en Wouw b.v. halen dit toch ook bij lange na niet. Hij vraagt zich af of alléén het milieu-aspect meetelt en of het ook niet een zaak is voor gedeputeerde van der Heijden, die de portefeuille financiën en gemeenten beheert. De heer RADEMAKERS onderschrijft hetgeen de vorige sprekers hebben gezegd. Ook het economisch element moet in aanmerking wor den genomen en het is toch niet juist, dat alle sectoren offers moeten brengen, behalve het milieu. De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat stortplaatsen geen schade aan het milieu toebrengen. Na herbeplanting krijgt men er een mooi stuk natuur voor terug. Dat is in Steenbergen bewezen. De heer VOGELAAR begrijpt niet goed hoe men b.v. het terrein van de Vlasfabriek zou kunnen afwijzen. Een betere plaats is haast niet denkbaar. Hij denkt dat het een dwangmiddel is om bij de vuilverbranding aan te sluiten. De VOORZITTER wijst er op, dat hij het terrein van de Vlas fabriek slechts genoemd heeft als voorbeeld voor alternatieve plaatsen. In eerste instantie zal moeten worden getracht de huidige stortplaats uit te breiden. De heer VAN TILBURG vraagt nog eens het verschil in kosten te noemen, zodat dit ook voor de inwoners bekend wordt. Wethouder HOENDERVANGERS stelt nog, dat gedeputeerde Brugman heeft moeten toegeven, dat Steenbergen verantwoord stort. Dit houdt dus in, dat het milieu geen schade wordt toegebracht. Voorbeelden zijn de voormalige stortplaatsen bij Doornedijkje en niet te ver geten de "Komwei" aan de Burg.v.Loonstraatwaar het nu prettig wonen is. Voor de drie gemeenten met ongeveer 21.000 inwoners, betekent aansluiting bij de vuilverbranding een kostenverhoging van 1.100.000,== per jaar.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1978 | | pagina 13