-14-
3. sluitingsuur cafë's tijdens Steenbergse kermis (J. Everaert)
VRAAG
"Hoe is het sluitingsuur van de kermis tot stand gekomen en
is hierover overleg geweest met de plaatselijke horeca-
vereni ging"
De VOORZITTER is blij, dat deze vraag wordt gesteld.
Het is hem niet bekend of de plaatselijke horeca-vereniging
daarin is gekend, want de maatregel dateert van twee jaar
terug. Kort voor de kermis is hem de kwestie voorgelegd en
hij heeft zich willen aansluiten bij de sinds twee jaar ge
bruikelijke gang van zaken. Hij is dan ook getroffen door
een ingezonden stuk in de krant en vraagt zich af of het
niet goed was geweest eerst bij hem om uitleg te verzoe
ken. Daarvoor is er immers een spreekuur.
Spreker is niet voor verkorting van het sluitings
uur, dat nog steeds bij wijze van proef geldt, al ziet
hij wel graag omzetting in een raadsbesluit. Hij hoopt in
een volgende vergadering van de commissie strafverorde
ningen en de gemeenteraad, wanneer de nieuwe politiever
ordening aan de orde komt, een uitspraak van de raad te
verkrijgen. Hij ziet overigens niet in waarom de cafë's
juist met de kermis eerder zouden moeten sluiten, tenzij
bij de politie personele problemen dit bemoeilijken.
Inmiddels heeft hij een gesprek gehad met het horeca-
bestuur en van de zienswijze van die zijde kennis genomen.
Zowel bij de politie als bij hem bestaan er geen be
zwaren de weekendverlenging van proef om te zetten in een
regel
De heer EVERAERT is blij met dit positieve geluid.
Hij gelooft, dat de proefperiode zo weinig moeilijkheden
heeft opgeleverd, dat de raad tot een definitieve regeling
zou kunnen besluiten.
b. mondeling
*t. isolatie woningwet- en premiewoningen (L, v.d. Kar)
De heer VAN DE KAR frappeert het, dat er zo weinig
wordt gedaan aan het isoleren bij de bouw van woningwet
en premiewoningen. Hij denkt daarbij o.a. aan de gehorigheid
door eensteensmuurverbindingen dat nog in de hand gewerkt
wordt door hardhouten trappen en parketvloeren.
Wethouder JANSEN meent, dat de heer van de Kar doelt
op de publiciteit in de pers door de minister en het de
partement. Daarbij wordt echter over het hoofd gezien, dat
dezelfde minister de bouwers aan een curve-prijs bindt,
die so-wie-so al moeilijk te halen is, laat staan isolatie
mogelijkheden biedt. Bouw vindt dan ook plaats volgens de
ministeriële "wenken en voorschriften" en dat is al een
kunst. Als er in de toekomst aan dit aspekt meer aandacht
wordt geschonken, dan zal de curve-prijs meemoeten.
De heer VAN DE KAR vindt het dan de aangewezen weg
om de minister hierop te attenderen.
-15-