-17- 9. FRACTIE VOGELAAR De heer VOGELAAR spreekt als volgt: 9.1 Inleiding "Graag wil ik mij aansluiten bij de vorige spreker t.a.v. de samenstellers van de begroting. Graag wil ik ook gebruik maken van de gelegenheid, die U biedt om algemene beschouwingen te houden bij de behandeling van de begroting 1978 en ik doe dit om twee redenen. Ten eerste omdat het de laatste keer zal zijn, dat ik aan de behan deling van een begroting van de gemeente zal deelnemen en ten tweede omdat het de 25e keer is, dat ik bij een begrotingsbehan deling betrokken ben. 9.2 terugblik De eerste begroting, die ik heb meegemaakt, was dus die van het jaar 1954 en Ik vond het toch wel interessant deze er nog eens op na te slaan. Ik werd er wel even stil van toen ik zag, wat er in 25 jaar is veranderd. Ik wil U hieruit enkele bedragen noemen. In 1954 bedroegen de uitgaven 1,6 miljoen; nu 24,5 miljoen. In hetzelfde jaar bedroeg de schuld 2,8 miljoen; nu 24 miljoen en de afgeschreven investeringen bedroegen toen 4 miljoen; nu 47 miljoen. In dat jaar bedroeg de reserve 135.000 gulden, nu 2,9 miljoen. Het zijn, mijnheer de voorzitter, maar enkele losse grepen uit een zee van cijfers, maar ze tonen dacht ik, overduidelijk aan wat er in een kwart eeuwin onze gemeente is gebeurd. Maar cijfers zeggen natuurlijk niet alles en ze moeten worden vertaald, o.a. in nieuwe woonwijken en scholen, in straten en plei nen, in plantsoenen en sportvelden, ingemeenschapshuizen en jeugd- verblijven, kortom in al die zaken, die er toe bijgedragen hebben dat onze gemeente meer leefbaar en aantrekkelijker is gemaakt. En als ik dan zo terugkijk en vergelijk, dan ben ik er toch een beetje trots op dat dit alles tot stand kon komen en daarin een steen tje mocht bijdragen. Ten volle ben ik mij er van bewust, mijnheer de voorzitter, dat mijn bijdrage slechts in een bescheiden vorm was en alleen bereikt kon worden door een eendrachtig samenwerken van al diegenen, die ge roepen waren mee te denken en mee te werken. Ik wil hier graag noe men de colleges" van BsW, de raden en raadsleden afzonderlijk, de ambte naren en vooral ook Uw voorganger en U zelf. Mijnheer de voorzitter, ik heb er behoefte aan gevoeld bij deze behandeling, die voor mij in zekere zin een beetje een jubileum-be groting is, mijn waardering en dank uit te spreken tegenover Uw col lege, de zittende raadsleden, de oud-collega's en het ambtenaren korps, voor de wijze waarop het mogelijk is geweest al die jaren in een voortreffelijke harmonie de belangen van de gemeente e behar- ti gen 9-3 slot Ik heb reeds gezegd, dat het de laatste begrotingsbehandeling is die ik als raadslid zal meemaken. Er is nu eenmaal in ieders leven een tijd van komen en een tijd van gaan. Ik acht die tijd voor mij nu gekomen. Ik hoop, dat de volgende raad zich even eendrachtig en met even veel succes zal willen inzetten voor onze gemeente, die mij na aan het hart ligt. Waarschijnlijk wel met enige weemoed, maar toch nog wel met in teresse zal ik hun doen en laten blijven volgen. Dank U."

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1977 | | pagina 93