-23-
Hij gaat vervolgens na uit welke elementen de in de brief genoemde
lasten van 32.000,== bestaan. Daarin zullen wel begrepen zijn het
aandeel in de bouwkosten van 375.000,== die wel met 10.000,==
zullen stijgen.
De heer VAN MEER komt tot de volgende verdeling, geldend voor 1978:
11.000,== baanhuur 12.000,== kantinehuur 23-000,==.
Men moet uiteraard verder kijken dan het eerste jaar en dan gaan de
baanhuren aanzienlijk stijgen. Voor de eerste twee banen wellicht in 1978
al van 1.000,== naar 3-000,== per baan.
De andere verenigingskosten bedragen so-wie-so nu al 10.000,==,
zodat dan 33-000,== wordt bereikt. Daartegenover staat een contributie
opbrengst van 30.000,==.
Wethouder HERBERS mist in de baten de opbrengst van de kantine.
De heer VAN MEER betwijfelt of er wel een noemenswaardige tapop-
brengst zal zijn. Nu is die, gezien de kleine en primitieve accommoda
tie, goed, maar bij een volwaardige kantine zal dat anders liggen, zoals
hij in zijn eerste betoog reeds aanvoerde.
Wethouder JANSEN merkt op, dat tijdens de besprekingen de Tennis
vereniging s teeds heeft gesteld, dat de kantine door eigen mensen
en gratis zal worden gerund.
De heer VAN MEER heeft de besprekingen niet bijgewoond, maar hij
gaat uit van hetgeen het verenigingsbestuur hem nu vertelt. Overigens
was men vier jaar geleden, toen spreker nog penningmeester was, daar
ook al bang voor
De VOORZITTER vraagt naar de mening van de raad op het verzoek van
de Tennisvereniging om de beslissing uit te stellen. Voor het overnemen
van de gestelde condities voelt hij echter niets.
De heer EVERAERT leest in de brief niets over uitstel. Het bestuur
stelt, dat een verhoging met ƒ100.000,== niet nodig is.
Hij vindt het dan moeilijk om als raad te zeggen:nwe doen het toch".
Wethouder JANSEN wijst er op, dat de heer Everaert dan voorbij
gaat aan het feit,, dat de gemeente bouwt en dat kan niet voor 270 .000,==.
Bovendien heeft de gemeente een bepaalde bouwsom bij een aannemer bedon
gen, onder voorbehoud van goedkeuring door de raad. De voorbereidingen
zijn dus getroffen en wat gaat de aannemer zeggen, die het werk heeft
aangenomen
De heer VAN MEER zegt, dat van aannem ing nog geen sprake kan zijn,
want het benodigde crediet is nog niet gevoteerd.
Wethouder JANSEN daarentegen meent, dat een crediet van 270.000,==
dat wel beschikbaar is, voldoende is om een deel van het gebouw te re-
a1i seren
De heer VAN MEER vindt dat toch een onjuiste opvatting.
Wethouder JANSEN stelt, dat de procedure zover is gevorderd, dat de
aannemer schadevergoeding kan eisen. Daar komt nog bij, dat bij versobe
ring het bestek gewijzigd moet worden. Het is dan de vraag of men dan nog
goedkoper uit is.
De heer VAN MEER vindt het toe te juichen, dat de vereniging zelf
wil versoberen, want dat levert besparingen op. Als het voor de heer Jan
sen een vraag is dan is het een goede zaak om door overleg alles nog eens
na te gaan.
Wethouder JANSEN moet dan wel weten of de Tennisvereniging vast
houdt aan de datum van 1 april 1978.
De heer VAN MEER verklaart, dat de Tennisvereniging die verantwoor
ding zelf neemt als er voldoende en echte medewerking wordt verleend.
Dat kan binnen 2 a 3 weken zijn beslag krijgen.