al
-12-
val daarom vroeg.
De heer VAN POPPEL vindt het overbodig, dat de heer Hoendervangers
dit punt in discussie brengt, terwijl in de commissie financiën, waarin
deze ook zitting heeft, alles uitputtend is doorgesproken.
De heer HOENDERVANGERS heeft door publikaties in de pers, na de
bedoelde commissievergadering, een beter beeld van het werk van S.J.S.
gekregen, iets waarvan hij tevoren onwetend was. Spreker hoopt, dat
als S.J.S. met een gemotiveerde aanvraag om een noodzakelijke verhoging
komt b&w zich positief zullen opstellen.
De VOORZITTER zegt dit graag toe.
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming tot toekenning van de
subsidies, zoals die gewijzigd zijn voorgesteld.
De heer VAN TILBURG wil een compliment aan b&w en de collega-raads
leden geven voor de wijze waarop de laatste jaren het subsidiebeleid
wordt gevoerd. Steeds meer komt er een behoorlijk beeld van het hoe, wat
en waarom.
13. Vaststelling "Verordening, regelende
studiefaciliteiten aan ambtenaren"
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel.
14. Wijziging tarieven straat- en riool-
belasting, reinigingsrechten en op
centen personele belasting
Opmerking CIE FINANCIEN:
"Over dit voprstel wordt langdurig van gedachten gewisseld.
De heer HOENDERVANGERS verklaart, dat zijn fractie tegen het voor
stel is, met uitzondering van tegen verhoging van de reinigingsrechten.
De heer VAN MEER acht een verhoging van de tarieven,beha 1ve die
van de reinigingsrechten, evenmin nodig, zulks gelet op het begrotings
overschot
Door de SECRETARIS wordt er op gewezen, dat het overschot van
350.000,== hoog lijkt, doch zeker nog onvoldoende zal zijn om de las
ten van de in 1978 uit te voeren nieuwe kapitaa1swerken op te vangen.
Door hem wordt er ook op gewezen, dat de verhoging nog beneden
het inflatiepercentage blijft, een argument, dat in het verleden steeds
reeds voldoende werd geacht voor de raad om de tarieven aan te passen.
De COMMISSIE acht in elk geval een verhoging van de opcenten perso
nele belasting niet aanvaardbaar.
Uiteindelijk besluit de commissie voor te stellen het voorstel aan
te houden tot de volgende vergadering, er daarbij van uitgaande, dat
vóór die vergadering de investeringsstaat 1978/82 beschikbaar zal zijn
om daardoor een beter inzicht te krijgen in de lasten, welke door nieuwe
investeringen zullen ontstaan.
De SECRETARIS wijst er op, dat een besluit tot verhoging van de
opcenten genomen moet worden voor 1 november van enig jaar.
Uitstel van een besluit betekent automatisch, dat de opcenten niet wor
den verhoogd. Het batig saldo van de begroting vermindert hierdoor met
13.474,==.
De COMMISSIE aanvaardt deze consequentie."