a -9- De heer RADEMAKERS heeft het er moeilijk mee gehad. Hij voorziet overigens geen succes bij het wijzigen van de voorschriften, want ge zien de uitgebrachte nota landelijke gebieden is geen provinciale goedkeuring te verwachten. Zelfs worden ponystallen met name uitge sloten en dienen volgens de nota paarden ondergebracht te worden in bestaande gebouwen of maneges. Wethouder HERBERS meent, dat als de raad het beroep inwilligt hij medewerking verleent aan illegale bouw. De heer EVERAERT protesteert tegen het gebruik van deze kwalifi catie. De VOORZITTER wil in het midden laten wat hier onder "illegaal" wordt verstaan. Taalkundig gezien betekent het "tegen de regel in". Dit sluit niet uit, dat de burger een beroep op de gemeenteraad kunnen doen. Wanneer de raad nu alsnog de bouwvergunning verleent handelt hij inderdaad tegen een bestaande regeling in0 De heer HOENDERVANGERS merkt op, dat de door de heer Rademakers genoemde nota nog door provinciale staten moet worden behandeld. Deze heeft dus nog geen rechtskracht De heer RADEMAKERS waarschuwt voor het scheppen van precedenten. Dan zullen immers in het verleden geweigerde bouwvergunningen opnieuw aanhangig worden gemaakt. Het hek is van de dam als men iets gaat le galiseren wat in strijd met de wet is. De VOORZITTER wijst er op, dat hij in dit geval niet kan beloven bij een eventuele verlening van de bouwvergunning het besluit niet ter vernietiging zal voordragen. Voor de heer HOENDERVANGERS is het zeker, dat een versoepeling van de voorschriften voor het buitengebied nooit de vereiste goedkeu ring zal verkrijgen. Er is echter wel gelijk een mogelijkheid om er uit te komen, nl. de interpretatie van de betreffende bepaling. Een futiliteit als een ponystal is een zo lange discussie niet eens waard. Het gaat om enkele beperkte en onaanzienlijke mogelijkheden op het erf en dat nu wil hij bepleiten en veilig stellen. Dat heeft met onrechtmatig handelen door de raad niets te maken. Zaak voor de raad is nu het geven aan uitleg aan de geldende bepaling. Bij informatie op gemeentewerken werd hem het voorbeeld gegeven van een garage, voor tien auto's, welke men aanvraagt voor zijn hobby. Spreker vindt dit een slecht gekozen voorbeeld, want iedereen weet dan natuurlijk dat het om een garagebedrijf gaat. De heer VAN TILBURG vraagt wanneer de voormalige schuur naast die woning is afgebroken. Wellicht biedt dit feit mogelijkheden in het kader van b.v. een verbetering. De VOORZITTER verneemt, dat dit zes jaar geleden is, zodat dit moeilijk als argument te aanvaarden is. De heer VOGELAAR'weet, dat de fundamenten nog aanwezig zijn, ter wijl het de heer HOENDERVANGERS bekend is, dat de schuur destijds in elkaar gezakt is. De heer VOGELAAR acht dan een onderzoek naar een herbouwingsmo- gelijkheid gerechtvaardigd. De VOORZITTER acht het aanvoeren van deze argumenten in deze ver gadering wel erg laat. Indien dit was geschied tijdens de commissie vergadering dan hadden deze mogelijkheden nagegaan kunnen worden.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1977 | | pagina 29