I
anderzijds was Uw geest vaardig en soepel genoeg om met wijsheid het
gemeentelijk bestuur aan te passen aan nieuwe gedachten en nieuwe
stromingen, wakend voor overdrijving, maar anderzijds toch begrip to
nend voor de wens om niet alles te laten, zoals het was. Op die sou
plesse van geest konden wij U niet altijd volgen. Burgemeester, mevrouw,
ik wil niet vervallen in de opsomming van hetgeen tot stand is gekomen,
zowel materieel als immaterieel. De Steenbergse Courant en de regionale
pers hebben duide 1ijk weergegeven de fenominale kapitaa1swerken en
verbeteringen, die onder Uw bestuur zijn tot stand gebracht.
Ik wil daarom bij Uw afscheid duidelijk stellen dat wij vinden in U
een goed burgemeester te hebben gehad, goed als bestuurder en goed als
mens, en dat wij Uw foto straks met voldoening en liefde zullen opne
men in de burgemeestersgalerij, die de wethouderskamer siert Wij
danken U daarvoor als raad en als gemeenschap en in die dank wil
ik ook Uw echtgenote betrekken. Zij stond U terzijde, zij stimuleerde
U, zij wees U misschien ook wel eens terecht.
Ik weet, dat U het betrekken van Uw echtgenote bij dit afscheid als
burgemeester op hoge prijs stelt, want ik geloof, dat juist een van de
U typerende eigenschappen was, dat U, bij welke gelegenheid ook - of
dat nu een huldiging of een ontspannende na-vergadering was - steeds
de vrouw, de echtgenote, daarbij betrok en betrokken wilde zien. Zonder
haar was het voor U niet aff Daarom citeer ik nu even Vondel:
Waar werd oprechter trouw
Dan tussen man en vrouw
Ter wereld ooit gevonden
Twee zielen, gloeiend aaneen gesmeed
Of vastgeschakeld en verbonden
In 1ief en leed
Waar zo de liefde viel
Smolt liefde ziel met ziel
En hart met hart te gaden
Die liefde is sterker dan de dood
Geen liefde komt Gods liefde te nader
Noch is zo groot.
Deze instelling heeft de taak van U, mevrouw van der Meer, als burge-
meesterse, gezelliger, plezieriger, zinvoller, maar ook moeilijker ge
maakt.
Daarom mag het voldoening geven, te weten, dat wij en de Steenbergse
gemeenschap Uw "erbij-zijn", Uw medeleven, bijzonder hebben gewaardeerd.
Toen wij dan ook, in perfecte samenspraak met de gemeenteraad', overleg
den, wat. ons bij het afscheid van de burgemeester te doen stond, is door
de raad unaniem en heel spontaan besloten om de ere-penning van de ge
meente Steenbergen niet toe te kennen aan burgemeester van der Meer,
maar aan het burgemeesters-echtpaar.
Als we het anders hadden gedaan, zou het niet goed geweest zijn. Het
daaromtrent door ons genomen besluit luidt als volgt:
11 Burgemeester en wethouders van Steenbergen;
Gelet op de "Verordening inzake gemeentelijke onderscheidingen",
vastgesteld bij raadsbesluit van 3 maart 1950 en laatstelijk gewijzigd
bij raadsbesluit van 27 juni 197^;
Overwegende, dat burgemeester mr.J.M.van der Meer, geboren 1 novem
ber 1912, wonende te Steenbergen, Montenaken 2, zich gedurende een bur
gemeesterschap van bijna 20 jaar in hoge mate verdienstelijk heeft ge
maakt voor de gemeente Steenbergen en deszeifs inwoners;