-28- eenkomstig het voorstel. 8. Votering crediet van 103.000,== voor vervanging van de servicewagen (105e wijziging begroting 1977) De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 8A. Wijziging tarieven straat- en riool belasting, reinigingsrechten en op centen personele belasting Wethouder JANSEN citeert de volgende opmerking van de heer EVERAERT tijdens de algemene beschouwingen: "Uw college heeft vorig jaar, toen er nog geen sprake was van een nullijn, zelf voorgesteld te overwegen om de trendmatige belastingverhogingen voor 1978 achterwege te laten. Nu wij deze gedachte van U hebben overgenomen gezien de ernstige economische situatie van ons land wordt een en ander uitgelegd als een ver- kiezi ngsstunt. Juist om te zorgen dat het geen verkiezingsstunt werd hebben wij de vorige vergadering voor terugneming gepleit. Nu U er toch op terugkomt zou ik graag antwoord hebben op de vraag, waarom U vorig jaar, toen U de financiële positie van de gemeente in een mineurstemming bekeek, wel vond, dat de trendmatige verhoging voor 1978 achterwege kon blijven, en nu, terwijl we weten, dat de financiële positie van de gemeente onveranderd goed is, dit niet zou kunnen." Spreker wijst er op, dat de heer Everaert er niet bij vertelt, dat bSw in'diezelfde aanbiedingsbrief ook hebben gesteld: 1. dat het de raad is, die over wel of niet verhogen van belastingen bes list; 2. dat een eventuele niet-verhoging inhoudt beperking van investe ringen, dus prioriteiten stellen. De heer EVERAERT gaat het er om, dat b&w een eventuele verho ging ter discussie hebben gesteld door te zeggen: "is het niet de moeite waard te overwegen om de verhoging voor 1978 achterwege te laten". Het college is dus toen niet met een afgerond voorstel gekomen Wethouder JANSEN stelt, dat bSw bij het voorstel in november 1976 voor de invoering van de onroerend-goedbelasting per 1 januari 1978 hebben g*eadviseerd de opbrengst gelijk te houden aan de toen geldende belastingen. Er zou zelfs een lagere belastingdruk van 150.000,== optreden. De raad heeft de ingangsdatum echter verscho ven naar 1 januari 1979, waardoor dat belastinvoordeel wegviel. B&W hebben de raad er toen ook op gewezen, dat de trendmatige be lastingverhoging te ramen was op 115.000,== en voorgesteld bij het uitgavebeleid af te wegen of de uitgaven een belastingverhoging wel rechtvaardigden. Voorwaarde was wel, dat de investeringen zouden worden beperkt. B&W hebben er ook in hun aanbiedingsbrief bij de begroting 1977

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1977 | | pagina 104