-20-
De heer VAN MEER vermoedt, dat dit ook niet zo'n zwaar
punt zal zijn.
De VOORZITTER concludeert, dat het misverstand tussen b£w
en de sportraad duidelijk is samen te vatten. Het enige wat bSw
kwalijk is te nemen, is dat geen officiële installatie van de
stuurgroep heeft plaats gevonden. Zijn idee is, dat de beloof
de stuurgroep in feite er al is, want de samenstelling was op
25 januari bekend. Hij had dan ook hervatting van de activiteiten
van de sportraad verwacht.
De heer VAN MEER daarentegen meent, dat op 25 januari is
toegezegd, dat een en ander met de betrokken hoofden van dienst
zou worden opgenomen en dat daarna de sportraad zou worden bericht.
De VOORZITTER merkt op, dat in feite de stuurgroep reeds
functioneert. I.v.m. de eventuele bouw van een tennishal zijn er
reeds twee besprekingen geweest, waaraan ook het dagelijks bestuur
van de sportraad deelnam. Met name de heer Baten was daarin zeer
actief.
Spreker, aannemende, dat het de wens is om de stuurgroep offi
cieel te installeren, zegt graag toe, dat dit alsnog zal gebeuren.
De heer VAN MEER begrijpt het niet meer, temeer niet omdat
de vorige raadsvergadering de voorzitter heeft gezegd - en hij wil
de notulen citeren - "dat hierover wel in de bSw-vergadering is
gesproken, maar dat nog geen kennisgeving aan de diensthoofden is
gedaan." Dat klopt niet met de gedachte, die de voorzitter nu uit,nl.
dat de stuurgroep al bestaat.
De VOORZITTER meent, dat dit een interne kwestie is. Het gaat
dan om wie de meest aangewezene is om t.a.v. bepaalde zaken in de
stuurgroep zitting te nemen. Feit is, dat bij de bespreking over
een tennishal de formatie bij elkaar is geweest. Dat verklaart
ook zijngevoel, dat de stuurgroep op 25 januari geboren is.
De heer VAN DE KAR heeft vorige week op het gemeentehuis zijn
licht over deze kwestie opgestoken en dan blijven er voor hem toch
vragen. Overigens maakt hij zich zorgen over de afdoening van zaken.
Er ligt nu vanaf augustus 1976 niet afgehandelde post. Sportraad
en stuurgroep zullen hun handen vol hebben aan hetgeen nu aan de
orde komt. Hoe moet het gaan b.v. met de achterstand in subsidies
over 1975 en 1976 en het vergeten van de badmïntonclubdaarin? Wat met
de bekende activiteiten. De zaak zal terdege moeten worden aangepakt.
De VOORZITTER wijst dit van de hand, want bSw beschouwen deze
zaken als des sportraads en meenden, dat hieraan na 25 januari weer
zou worden gewerkt. Dit is geen misverstand, maar een afspraak.
De heer VAN MEER ziet graag van b£w een brief overeenkomstig
de afspraak met de sportraad. Hij zal er dan voor zorgen, dat deze
bijeenkomt en zijn taak hervat.
De VOORZITTER wil daarbij wel het voorbehoud maken, dat het
invullen van namen voor de stuurgroep aangepast moet kunnen worden
aan de aan de orde zijnde zaken. Ten aanzien van de achterstallige
post moet behandeling plaats vinden daar waar het thuis hoort.
De heer VAN DE KAR wijst er op, dat daaraan veel ambtelijk
werk verbonden is en daartoe moet gelegenheid worden geboden.
De VOORZITTER begrijpt heel goed waar de heer van de Kar op
doelt, maar dat is een heel andere zaak. Hij raadt aan om deze
niet met de stuurgroepvorming te vermengen. De ambtelijke bijstand,
te verrichten binnen diensttijd, is een thema apart. Daar wil
spreker graag over meepraten.