echter zitten wachten. BSw zijn bereid on onmiddellijk opnieuw met de sportraad te overleggen om na te gaan wat er nu eigenlijk precies is afgesproken en wat belemmert om op de uitgestippelde weg voort te gaan. De heer VAN MEER vindt de verwondering van b£w niet op haar plaats. Niet vergeten moet worden, dat reeds op 23 augustus1976 de sportraad zich op nonactief stelde, omdat de samenwerking te wensen overliet. Vijf maanden later, op 25 januari 1977, komt er uiteindelijk een gesprek en opnieuw moet de sportraad maanden wachten. Op 25 januari hebben b&w letterlijk toegezegd een stuur groep te formeren. De VOORZITTER begrijpt hieruit, dat de sportraad heeft ge wacht op de installatie van de stuurgroep. De heer VAN MEER bevestigt, dat de sportraad na het gesprek met b&w heeft besloten het antwoord van b&w af te wachten. Het was te belangrijk en men wilde, gezien de ervaring, weten waaraf en waaraan Wethouder HERBERS vraagt zich toch wel af, of niet te zwaar aan de kwestie wordt getild. Als men alles op een rijtje zet, dan begint het in augustus als de sportraad zijn dagelijks bestuur een boycot oplegt omdat men geen basis aanwezig achtte om zijn taak te verrichten. B$w hebben toen, tot hun spijt, de noodzakelijke sportzaken zonder sportraad moeten afwikkelen. Dat was een ongezonde zaak. De heer VAN MEER merkt op, dat de sportraad tot zijn beslissing kwam, omdat hij voelde tegen blinde muren te praten. De heer VAN DE KAR voegt hieraan toe, dat de sportraad op die manier duidelijk heeft willen maken, dat hij geen erkenning genoot. De laatste tijd kregen de adviezen van de sportraad geen aandacht. Wethouder HERBERS vervolgt, dat twee leden uit het dagelijks bestuur daarna contact hebben gezocht met de burgemeester om te trachten uit de impasse te komen. Daarop volgde in november een gesprek van de heren Baten en Mangnus met bSw, dat leidde tot over leg van b£w met de voltallige sportraad. Alle knelpunten zijn toen besproken en ontward en gezamenlijk kwam men tot de conclusie, dat de zaak op een nieuwe leest moest worden geschoeid. Dat de stuur groep nog niet functioneert is z.i. te wijten aan het feit, dat er nog geen belangrijke sportzaken aan de orde zijn geweest. Overigens vraagt hij zich af waarom de heren van de Kar en van Meer niet naar het antwoord van b&w hebben geïnformeerd, maar wel in de commissie hun misnoegen uitten. Hij vindt de gang van zaken wat omslachtig. De heer VAN MEER meent, dat wethouder Herbers dit dan beter op 25 januari had kunnen vertellen. Toen was nl. iedereen het er over eens, dat er zo'n stuurgroepje moest komen. Andere zaak is of er wel of niet maandelijks en over alle sportzaken moet worden verga derd. Eerst moet die stuurgroep er komen, zoals is teegezegdDe gehele sportraad heeft om deze nieuwe vertraging het gevoel, dat de zaak weer op de lange baan wordt geschoven. Wethouder HERBERS ontkent dit laatste. B&w zijn genoeg actief en genoeg geïnteresseerd in het wel en wee van de sportraad. Hij wil openlijk beklemtonen, dat de sportraad een van die commissies is, waar B&W veel plezier \an hebben, die hen veel werk uit handen neemt en die vele goede daden verricht. Hij vindt het echter niet nodig om de stuurgroep te belasten met een maandelijkse vergadering. Het betreft juist de topambtena ren, die toch al tijd tekort komen.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1977 | | pagina 67