-18- nicaties toornissen zouden kunnen worden voorkomen. Wij hebben toen voorgesteld om tot een stuurgroepje te komen, dat inzake belangrijke beslissingen, liggende op het vlak van sport- ide'éle zaken, bijeen zou komen om daarbij dan alle adviserende ambte naren en instanties samen te brengen, gedachten uit te wisselen en te proberen of tot een gelijkluidend advies te komen of de elkaar dan niet pre cies dekkende standpunten nader toe telichten. De bestuurlijke keuze door ons college zou dan vergemakkelijkt wor den, omdat de onderscheidene adviezen werden gebundeld of samenvloei den Wij dachten daarbij aan zaken als: kleedgelegenheden, clubgebouwen, tennishal, e.d. Tijdens een op 25 januari 1977 met de sportraad ge houden bespreking is van de zijde van de sportraad deze aanvankelijk door ons geuite idee verder uitgebouwd. Het komt er op neer, dat van die zijde gestreefd wordt naar een permanente stuurgroep - die eenmaal per maand op een vaste dag zou moeten bijeenkomen - waarin dan alle sportideële zaken aan de orde zouden moeten komen. Als samenstelling werd voorgesteld, naast de sportraad, de hoofden van de adviserende afdelingen en een door ons college aan te wijzen notulist, dat alles onder leiding van een lid van ons college. Uitdrukkelijk is daarbij dan nog gevraagd om niets af te doen, uiteraard op het sportideële terrein, zonder de visie van deze stuurgroep te kennen. Het is tegen deze veel verder gaande "zware" regeling, dat we zitten aan te kijken, een regeling overigens, die bij de onderhande lingen met beide heren niet zo bedoeld is geweest. Wij zijn bereid mee te werken aan een regeling, die de herhaaldelijk optredende communicatiestoornissen voorkomt, maar de ons voorgestelde is naar onze mening te zwaar. Als we iets dergelijks voor de sport gaan han teren, dan moeten we het ook doen met de andere ons opgedragen taken en dat kunnen wij ons apparaat niet aandoen. De door U gemaakte opmerkingen zijn voor ons nog eens aanleiding geweest ons over deze slepende kwestie te bezinnen. Het vorenstaande is de neerslag daarvan. Wij zullen de sportraad dit meedelen, met de mededeling, dat wij tot een hernieuwd gesprek over dit onderwerp bereid zijn. Wat betreft de brief van de badmintonvereniging; wij zullen die beantwoorden en het antwoord bij de stukken van de volgende raadsver gadering voegen." De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat nu duidelijk is aangetoond waar precies de mening van b&w en van de sportraad toch nog uiteen liggen, ondanks een aanvSkelijk bereikt akkoord over een stuurgroep. B&w geven eerlijk toe, dat de sportraad thans niet goed kan functio neren. Zij zien een oplossing in het formeren van een stuurgroep, die alleen bijeBnkomt voor belangrijke zaken. De heer VAN MEER betwijfelt of tijdens het overleg op 25 januari jl. de sportraad wel gesteld heeft, dat de stuurgroep maandelijks bij elkaar moet komen en dat voor alle sportaangëlegenheden. Hij dacht, dat ook toen gedacht is aan alleen belangrijke zaken. Hij betreurt het dan ook, dat van de bijeenkomst van 25 januari geen ver slag is gemaakt. Ook het weer maanden moeten wachten op uitvoering van een toezegging van b&w vindt hij een kwalijke zaak. De VOORZITTER acht het in wezen eenvoudig. B&w heeft het ver wonderd, dat de sportraad na het tot overeenstemming leidend overleg op 25 januari niet meteen weer aan het werk is gegaan en bepaalde zaken naar de stuurgroep heeft doorverwezen. De sportraad heeft

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1977 | | pagina 66