-9- Wethouder HERBERS benadrukt, dat hij niet tegen de heer de Wit per soonlijk is. "Voor de waarheid moet de vriendschap wijken" en in dit ver band maakt hij bezwaar tegen ondertekening van een brief, die een door ingenieursbureau Lievense erkende claim te niet doet. De gemeente zal zon der meer de financiële consequentie moeten eisen. De VOORZITTER is het met de slotzin van wethouder Herbers eens. De heer HOENDERVANGERS geven de duisterheden omtrent de procedure, de personen en de spreiding, voldoende moed om de raad voor te stellen bij beide aanwijzingen blanco te stemmen. De heer RADEMAKERS herinnert er aan, dat de verdeling van dezetels een groot strijdpunt is geweest tussen waterschappen, gemeentenen de in dustrie. De waterschappen hebben zich uiteindelijk met de verhouding akkoord ver klaard met de hoop, dat vanuit de gemeenten mensen met kennis van en in vloed op het waterschapswezen zouden worden aangewezen. In dit licht be zien is de kandidatenstel1ing van een burgemeester uit een gemeente aan de rand van het gebied voor de waterschappen en de landbouw moeilijk te verte ren. De VOORZITTER raadt uitstel van de aanwijzing af, omdat dan de datum van 1 juli niet kan worden gehaald. Gevolg daarvan zou zijn, dat de benoe ming van een bestuur door de kroon stagneert. Hij stelt voor, dat de raad zich uitspreekt of er naast de heer Heidens andere kandidaten worden gesteld. Het enige wat de raad is ontnomen is ruggespraak houden met de col lega-raden binnen de geroep. Hij vraagt zich af, wat de raad kan doen, als de stemming een mand wordt uitgesteld. Is er wel een verbetering aan de huidige procedure te realiseren. Bovendien is de stemming vrij. Wethouder JANSEN gelooft, dat uitstel geen oplossing kan bieden, maar alleen stagnatie oplevert. Als slechts twee gemeenten de kandidatuur steu nen en alle andere gemeenten hun eigen kandidaat kiezen dan is toch de officiële kandidaat aangewezen. Het heeft dan ookweinig zin als de gemeen ten met een eigen kandidaat komen. De heer VAN POPPEL ziet wel effect als de raad vanavond zijn kandi daat benoemt en aan gemeenten, die nog niet een beslissing namen, om onder steuning vragen. De VOORZITTER lijkt deze handelswijze al even onbevredigend als de officiële procedure en bovendien afhankelijk van de toevalligheid of er gemeenten zijn, die hun keus nog moeten bepalen. De heer HOENDERVANGERS vindt, dat door êên kandidaat te stellen de democratie geweld wordt aangedaan. Daarom adviseert hij hieraan niet mee te werken door blanco te stemmen. Dat is een duidelijke stel 1ngname. Wethouder HERBERS is het hiermee volkomen eens. Hij stelt voor om wethouder Jansen aan te wijzen. De heer EVERAERT wijst er op, dat B&W in hun voorstel de kandidatuur de Wit en Heidens steunen. De VOORZITTER merkt op, dat b&w zich beperken tot het doorgeven van de kandidatuur van de dijkgraaf. B&w worstelen met dezelfde problematiek als de raad. Het blanco stemmen of te kiezen van een eigen kandidaat zijn inderdaad twee middelen om duidelijk te laten blijken, dat men het met de procedure niet eens is. De personen staan hier volkomen buiten. De heer EVERAERT wil voorop stellen, dat in ieder geval zal moeten worden aangedrongen op wijziging van de procedure voor de toekomst.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1977 | | pagina 57