-7-
4. Bestuurlijke herindeling
Nu door de regering wetsontwerpen zijn ingediend om te komen tot een
er natuurlijk niet omheen om van dit voornemen iets te zeggen.
De praktijk van alledag leert, dat de omvang en intensiteit van de ge
meentelijke taken zodanig toeneemt, dat er beslist onderwerpen zijn, die het
kunnen en kennen van het apparaat van een kleinere gemeente te boven gaan.
Om enkele voorbeelden te noemen: in de gezondheidszorg doen zich beslist
leemten voor, die een gemeente als de onze niet alléén kan opvullen. Denk
daarbij aan een ambulancedienst, ziektecontrole personeel, allerlei maatre
gelen op het gebied van de ziektepreventie e.d.
Als wij moeten beslissen op ingewikkelde Hinderwetsaanvragen moeten we
wel, of we willen of niet, varen op het compas van externe technocratie, omdat
een apparaat als het onze onmogelijke alle specialismen kan bevatten, die
daarvoor nodig zijn.
Op verschillend gebied zijn we doende voor deze problematiek oplossingen te
zoeken, via de Wet gemeenschappelijke regelingen b.v., maar ook middels zgn.
pre-gewesten, in ons geval Het Gewest Westelijk Noord-Brabant.
Er moet op dit gebied echter wel iets definitiefs gebeuren. Dat definitieve
mag geen vierde bestuurslaag vormen, daar is vrijwel iedereen het wel over
eens. Ik geloof niet, dat de gemeente aan nog meer toezicht moet worden onder
worpen. Hoe het dan wel zou moeten?
Maatgevend daarvoor is naar mijn oordeel de uiteindelijke verdeling van
de bestuurstaken tussen rijk, provincie en gemeente. Worden er, zoals in het
voornemen ligt, veel bestuurstaken van de gemeenten overgeheveld naar de
nieuwe provincies, dan is elke voorgestelde nieuwe eenheid m.itè groot, om
dat een van de voornaamste principes, nl. het bestuur zo dichtmogelijk bij de
bevolking te brengen,.dan geweld wordt aangedaan. De voorgestelde overheveling
van taken van de gemeenten naar de provincies maakt de gemeenten vrijwel ge
heel tot uitvoeringsorganen en zeker niet tot bestuurslichamen. Het kan moei
lijk van een gemeentelijk bestuurder verwacht worden daar van harte mee in te
stemmen.
Wanneer die uitholling van de taak van de gemeente niet of in veel minde
re mate plaatsvindt en dus het echte bestuur zetelt waar het m.ithuishoort,
nl. zo dicht mogelijk bij de bestuurden, dan vraag ik me af of de bestaande
indeling wel veranderd moet worden. Ik kan er moeilijk een oordeel over vel
len of de huidige provincie Noord-Brabant dan te groot is en verdeeld moet
worden in 2, 3 of 4 nieuwe provincies. Het zal misschien aan mijn leeftijd
liggen, maar ergens verzet mijn historisch gevoel zich ook tegen deze verde
ling. Bovendien speelt bierbij de omvang van de taken, die het Rijk dan mis
schien wel naar de provincie overhevelen gaat een rol. Het wetsontwerp en de
toelichting daarop hullen zich, wat die overheveling betreft, in studiecom
missies]