Het schijnt, dat in Zuid een dergelijke groepering of comité van ouders niet meer van de. grond kan komen. De heer HOENDERVANGERS vindt het niet juist, dat wel de woning bouw in Zuid bijna is voltooid, maar dat daartegenover het speel- voorzieningenpakket ver achter blijft, Hij verwacht, dat als de ge meente met de aanleg begint de bewoners vanzelf actief zullen wor den en mee zullen gaan doen. Binnen zijn partij is er al een commis sie van 6 a 7 personen, die zich hiervoor interesseren. Het is de ze commissie, die op het gemis van speelterreintjes heeft gewezen en op realisering aandringt. De VOORZITTER meent, dat er dan alle reden is om deze commissie voor een onderhoud uit te nodigen en haar bij de voorbereiding, met name t.a.v. het instrumentatrium, te betrekken. De heer HOENDERVANGERS wijst erop, dat de commissie wel wat een zijdig is samengesteld, want alleen leden van de werknemerspartij heb ben er zitting in. Dit sluit eigenlijk niet aan bij het algemeen karak ter van Zuid. Als er geen belangstelling is dan willen deze mensen best meehelpen. Hij zal contacten tussen deze commissie en b&w leggen. Wethouder HERBERS raadt de heer Hoendervangers aan de commissie een schriftelijk verzoek te laten indienen. Uit mondelinge contacten met C.R.M, is gebleken, dat wellicht subsidiëring in de inrichting van kinderspeelgelegenheden mogelijk is. De heer HOENDERVANGERS betwijfelt dit. In de exploitatie-opzet van Zuid is een bedrag voor dergelijke voorzieningen opgenomen. Er is dus geld voor beschikbaar. Hij vreest dat, als nu ook nog op een subsidie moet worden gew oht, er straks dan eindelijk wel een commissie is maar geen speelterrein. Wethouder HERBERS repliceert, dat als de gemeente een bijdrage zou kunnen krijgen het onverantwoord is deze kans niet te benutten. De VOORZITTER meent, dat zowel met de voorbereidingen kan wor den begonnen als bij C.R.M. naar de mogelijkheden informeren. Resumerend stelt hij, dat b&w liever een zekere betrokkenheid van de belanghebbenden zien dan dat de gemeente zonder meer de terreintjes aanlegt en installeert. Hij is daarom blij, dat er thans mensen zijn, die hun bijdrage aan de totstandkoming willen leveren. 7. VERHARDING R0ZENPLEII1 "In een informele vergadering is dit reeds goedgekeurd. Wij willen dat deze slepende kwestie voor de komende winter is opgelost. De VOORZITTER deelt mee, dat deze kwestie hedenmorgen in b&w is besproken. De directeur gemeentewerken toonde zich iets of wat gepi keerd, omdat men te weinig tijd lc|at tussen het tijdstip van vragen en realiseren. Het werk is in voorereiding en zo spoedig als mogelijk zal het plan aan de raad worden voorgelegd. In ieder geval zal de ver harding vöór de winter zijn uitgevoerd. De heer VAN TILBURG lijkt de irritatie van de directeur gemeente werken niet op zijn plaats. Het zou goed zijn eens na te gaan hoelang de raad zich al met deze kwestie bezig houdt. Er is alle reden voor de raad om gepikeerd te zijn. Ook doer hem is meermalen op de slechte toestand van het Rozenplein gewezen en telkens was er een andere oorzaak, die een oplossing in de weg stond. De raad wil nu eindelijk eens daden. Wethouder HERBERS wil van de woorden van de heer van Tilburg graag nota nemen. De irritatie wijst wellicht op een lichte mate van overspanning, ontstaan door het vele werk. Hij kan de raad de verzekering geven, dat op gemeentewerken bijzonder hard gewerkt wordt en dat ook tijdens het weekend.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1975 | | pagina 96