Kenbaar maken van mening inzake provinciaal voorstel tot wijziging van de gemeentegrens (in het kader van wijziging provinciale grens Noord-Bra- bant-Zeeland-Zuid-Holland i.v.m. Hellegatsplein en Schel- de-Rijnkanaal) Opmerking CIE GEMEENTEWERKEN: "Hoewel ten nadele voor Steenbergenkan de COMMISSIE in zijn algemeen heid begrip tonen voor een wijziging van de provinciale c.q. gemeente grens ter beëindiging van een aanwezige onoverzichtelijke en onlogi sche situatie. De commissie acht het echter inconsequent, dat de grens wijziging alleen aan de noordzijde éénzijdig ten nadele van Noord-Brabant wordt doorgevoerd, terwijl aan de zuidzijde geen grenswijziging plaats vindt en door Zeeland als zodanig geen grondgebied aan Noord-Brabant behoeft te worden afgestaan. Op deze wijze blijft voor de zuidzijde een ongewenste toestand bestaan, die de logica van de voorgestelde grenswijziging twijfelachtig maakt. In dit licht bezien heeft de commissie wel bedenkingen tegen het voor stel" De VOORZITTER citeert het volgende antwoord van b8w: "Wij delen uw gevoel van onbehagen. Met uitschakeling hiervan en de, wat onze gemeente betreft, logische grensbepaling, zijn wij tot ons voorstel gekomen." Wethouder HERBERS voegt hieraan toe, dat b&w unaniem tot hun voor stel zijn gekomen en daarbij de nieuwe grens logisch vinden. Het is echter wel inconsequent, dat voor het zuiden de aangevoerde motieven niet worden gehanteerd. Uit de boezem van de staten van Zeeland heeft spreker vernomen, dat Zeeland vasthoudt aan de grenswijziging ten voordele van de provincie. Weliswaar speelt onder Bergen op Zoom en Woensdrecht de "Aggerkwestie", een al lang hangend probleem van een waterschappen- complex, gedeeltelijk gelegen in Zuid-West-Brabant, gedeeltelijk in Zeeland. Het zou niet meer als billijk zijn, dat deze kwestie ook nu zou zijn opgelost door het Rijn-scheldekanaal ook daar als provincie grens te nemen. Het is vreemd, dat in het advies aan de minister van binnelandse zaken niet is voorgesteld om ook in het Zuid-Westen het Rijn-Scheldekanaal als grens aan te houden. Spreker is daar niet geluk keg mee en uit een gesprek met gedeputeerde staten is hem gebleken, dat deze zijn mening deelt. Hij ziet uit de starre houding van de Zeeuwse staten toch een stuk geschiedenis. In 1600 deelden de staten van Zeeland en Zuid-Holand de lakens uit. Wij leven nu in 1975 en de regering en de Tweede Kamer moe ten nu maar eens degelijk weten, dat West-Brabant en Steenbergen gelijk met ieder ander bedeeld moet werden. Als er sprake is van een grenswij ziging, dan moet deze consequent voor de gehele grens van Brabant en Zeeland gelden en niet eenzijdig voordeel voor één partij betekenen. Burgemeester van derLaar - een man, die weet waarover hij praat - heeft onlangs eens gezegd, dat wanneer West-Brabant een verkoudheid heeft het wel lijkt of Zeeland met een longontsteking zit. Met andere woorden: de regering heeft veel meer oog voor de Zeeuwse dan voor de Brabantse belangen. In de commissie financiën heeft één der leden zich afgevraagd of de gebods- en verbodsbepalingen van de gemeente St.Philipsland op recreatie-gebied wel te aanvaarden zijn. Hij vindt deze opmerking zeer terecht, met name als het gaat om de taakoefening door het Ka naalschap De Eendracht. Typerend in dit geval zijn de protesten, die Tholen en St.Philipsland tijdens een vergadering uitten toen het ging om op zondag recreatief bezig te zijn in de jachthaven. Hij is dan ook bang, dat de belangen van de recreanten door St.Philipsland minder zullen worden behartigd dan door Steenbergen.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1975 | | pagina 82