f
- 7
5.Behoud Kladse Holen Ooms
VRAAG:
"De Kladse Molen is jarenlang de trots van het buurtschap
Kladde geweest. Thans is de molen in ernstige staat van verval
geraakt en het aanzien niet meer waard.
Daar 1975 betiteld wordt als het monumentenjaar verzoek ik uw
college op korte termijn al het mogelijke te doen, zodat de
molen alsnog gerestaureerd kan worden.
Wanneer restaureren nog enkele jaren uitblijft zal het mijns
inziens wel te laat zijn".
De VOORZITTER citeert het volgende antwoord van b&w:
"Wij zijn het met de vraagsteller geheel ëenë, dat getracht moet
worden om do Kladse Molen te behouden*
Misschien vanwege gevoeligheden uit het verleden fe er vrijwel
nimmer gereageerd door de eigenaren op verzoeken van de gemeente
Steenbergen om tot aankoop over te gaan, terwijl wij herhaaldelijk
toch wel aanwijzingen kregen, dat met particulieren over verkoop
werd onderhandeld.
Wij hebben de bemiddeling van de Vereniging De Hollandsche Mo
len ingeroepen om bij de aankoop te bemiddelen, maar ook dat
bleek tevergeefs.
Momenteel is de molen eigendom van de beeldhouwer R.Schif-
fer te Hoogerheide. Wij hebben contacten met deze nieuwe eigenaar,
die bereid is de molen te restaureren, maar uiteraard onder een
aantal bedingen. Deze verlangens hebben wij op 26 maart jl. voor
gelegd aan het Ministerie van CRM. De reactie daarop wachten wij
nog in.
Volledigheidshalve melden wij nog, dat ook burgemeester en
wethouders van Halsteren zich bereid hebben verklaard een gemeen
telijke bijdrage te bevorderen, indien middelen bijeengebracht
moeten worden tot behoud van deze molen.
Met vragsteller zijn wij het eens, dat spoed is geboden.
Wij zullen, voor zover dat in ons vermogen ligt, daarnaar hande
len"
De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat, als de molen in parti
culiere handen blijft, b&w een bepaalde bruikbaarheid zullen ver
dedigen. Spreker meent, dat de wensen van de eigenaar niet over
dreven zijn en aan de waarde van de molen als monument geen af
breuk doen.
B.monde ling (begin: E.de Groen
6.verdaging ontwerp-bestemmingsplan Steenbergen-Zuid, 1974
realisering jeugdspeelruimten CC.Hoendervangers)
De heer HOENDERVANGERS heeft nog steeds de aanleg van speel
terreinen gemist, terwijl het plan bijna gerealiseerd is. Hij be
schouwt dit als een achterstand, omdat z.i. de aanleg van speel
ruimten gelijke tred moet houden met de woningbouw.
Wethouder HER8ERS meent, dat deze kwestie reeds in de copnis-
sie ruimtelijke ordening ter sprake is gekomen en a.s. maandag, als
er weer vergadering is, opnieuw kan worden aangesneden.
De heer HOENDERVANGERS meent, dat niet meer gewacht moet wor
den qp het werkgroepje, dat waarschijnlijk niet meer bestaat, maar
dat de gemeente zelf de realisering ter hand moet nemen.
De VOORZITTER stelt, dat van begin af aan hét standpunt is
gehuldigd om kinderspeelplaatsen onder de hoede van plaatselijk
initiatief tot stand te brengen en in stand te houden. Dit is ook
landelijk veelal gebruikelijk.