- 7 - Aan de hand van wederzijdse cijfers wordt er nagegaan waar de ver schillen zijn en waarom. In overleg met b&w vindt daarna de gunning plaats. De heer HOENDERVANGERS verklaart, dat het helemaal niet zijn bedoeling is kritiek uit te oefenen op b&w of gemeentewerken van enige vorm van onbekwaamheid te betichten. Zijn fractie wil al leen maar wijzen op de mogelijkheden, die er zijn, nu het in de bouw niet zo goed gaat. Dat het in het verleden meer onderhands gere geld werd vindt hij best, maar de tijden en omstandigheden veranderen en daaraan moet men zich aanpassen. Dat is het enige wat hij bedoelde te zeggen. Wethouder HERBERS vraagt zich af wat de werkgelegenheid hiermee te maken heeft. Er kan rnaar één aannemer het werk uitvoeren. De heer VAN TILBURG, voorzitter van de financiële commissie, verklaart dat deze kwestie lang is besproken. Z.i. is de reden van de ongerustheid: 1e er is maar één offerte, waardoor de indruk kan ontstaan, dat de indiener daarvan het werk maar moet doen; 2e gemeentewerken vraagt om de keuze van de aanne mer te mogen doen. De VOORZITTER kan de raad gerustellen. Gemeentewerken kan dat wel willen, maar in b&w is duidelijk betLaten bij de aanbesteding aanwezig te zijn. Wethouder JANSEN waarschuwt er voor niet te denken, dat het werk al gegund is. Dat is niet het geval. B&w stellen alleen een crediet voor aan de hand van de offerte, die er ligt. Als er behoefte bestaat aan meer offertes dan komen die er. Het gaat erom voor welke methode gekozen wordt. Het lijkt hem dienstig om deze kwestie binnen het college van b&w nog eens door te praten. De heer VAN POPPEL vraagt zich af of deze reparatie ook weer niet over een 8 a 10 jaar moet worden herhaald. Is het dan niet goed na te gaan wat een betegeling van de bassins zou kosten. Dan zal reparatie wellicht veel langer uit kunnen blijven. Wethouder JANSEN weet, dat bij betegeling toch het grootste deel van de nu geplande werkzaamheden moet worden uitgevoerd. De bassins moeten immers eerst worden hersteld. De kosten zullen dan echter aanzienlijk hoger worden. De VOORZITTER zegt tce, dat bij de mededelingen de meerkosten van betegeling zullen worden opgegeven. Hij wijst er wel op, dat bij de aanleg van het bad voor een groter formaat is gekozen, waar door van de kwaliteit iets moest worden afgenomen. De heer VAN" POPPEL acht hvt bij de volgende vergadering nog tijd genoeg om de cijfers te vergelijken. Wethouder JANSEN merkt op, dat dit mogelijk is. Zonder de voor gestelde reparatie is het bad niet te gebruiken. De SECRETARIS deelt mee, dat met het werk 4 a 5 weken zijn ge moeid. De heer EVERAERT wil nog even terugkomen op het verschil tus sen de "natte-vinger"-ramingen van de investeringsstaat en de werke lijke kosten. Achtereenvolgens worden nu drie credieten gevraagd, nl. onder agendapt. 9, 10 en 11 respectievelijk 108.000,= (ƒ35.000,=), f90.000,= 50.000,=) en 165.000,= if 100.000,=). Dan spreekt hij nog niet van de Ligne-demping, waarvoor een aanvullend crediet van 80.000,= nodig was. Hij vraagt zich af welke zin het heeft om over de bedragen van de investeringsstaat te gaan discussiëren.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1975 | | pagina 45