-2a-
1. Opening/Nieuwjaarsrede
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed
en heet de raadsleden en het aanwezig publiek(red.: 22 personen)
welkom.
Alvorens de nieuwjaarsrede uit te spreken wil hij ingaan op een
vraag, gesteld in de commissie voor de financiën, om toezending van
deze rede vooraf, waardoor de raad beter in de gelegenheid komt
om, waar nodig, direct te reageren.
Hij wil er echter op wijzen, dat de nieuwjaarstoespraak geen
beleidsstuk van het college, maar een persoonlijk woord van de voor
zitter is ter gelegenheid van de jaarwisseling. Het is dan ook niet de
bedoeling dit stuk onderwerp van discussie te doen zijn, alhoewel hij
tegen napraten geen bezwaar heeft.
Spreker spreekt vervolgens de volgende rede uit: