I 3.contacten met sociografisch bureau Associatie voor Planologie JEveraert VRAAG: "Kan de raad inzage Krijgen van het contract dat geslo ten is door de gemeente met de Associatie voor de Plano logie en kan aan de raad meegedeeld worden: a. wanneer dit contract afloopt; b. op welke gronden het vroegtijdig verbroken kan worden." De VOORZITTER antwoordt als volgt: "Wanneer de vraagsteller spreekt over het ter inzage krijgen van een contract, dan neem ik aan, dat hij bedoelt inzage van de op dracht aan de Associatie voor de Planologie B.V. (bureau Launspach] Deze opdracht is gegeven als een doorlopende begeleiding van de gemeentelijke organen rnet als kader de in artikel 7 van het besluit op de Ruimtelijke Ordening opgenomen taakstelling. Volgens mij komt dit in grote lijnen neer op het sociografisch onderzoek, noodzakelijk voor de verantwoorde opstelling van struc tuur en bestemmingsplannen. De vraag of de raad inzage kan krij gen van enz. enz. lijkt mij betrekkelijk overbodig, want de de mocratische spelregels die dit college toepast zijn zodanig, dat het vanzelfsprekend is, dat voor ieder lid van deze raad de terzake gevoerde correspondentie, waaruit deze verbintenis voortvloeit, uiteraard ter inzage ligt. De raad zal er begrip voor.kunnen opbrengen, dat ik als zelfstan dig ondernemer van professie en uit hoofde van mijn positie als oud-hoofdbestuurder van het N.K.O.V. van W-Brabant en de provin cie Zeeland, tevens als Diosecaan Bondssecretaris van het NKOV bij het uitkomen van het rapport Launspach aan de burgemeester meedeelde, dat ik de enquetering als ondeugdelijk kwalificeerde en van het rapport geen spaan heel liet. De bedoeling van b&w was nl. aan de hand van de bevindingen van dit bureau een duide lijk inzicht te krijgen wat er ten aanzien van het bedrijfsleven qua winkelruimte, personeelsbestand, behoefte van de consument, renovatie enz. aan de hand was. (Maagdenberg, warenhuis Vermeulen]. De vraagsteller zal zich herinneren, dat het SER-lid dhr.Wouter Perquin in zaal Vissenberg een rede hield en onze burgemeester, een weinig in paniek gebracht, sprak ever overbewinkeling ter plaatse, waarvan in dit rapport sprake is. Een concreet antwoord mijnerzijds op a. en b. van uw vraag luidt: Vanwege het doorlopend karakter der verbintenis, zal beëindiging in onderling overleg moeten plaatsvinden, zoals dat destijds is geschied met onze vorige adviseurs op planologisch gebied. Door-b&w zijn inmiddels hiervoor stappen ondernomen. Wij zullen de burgemeester adviseren, wanneer hij van zijn vakan tiereis terug is in de loop van maart hierover afspraken te maken. Uw vraag bereikte mij pas eergisteren. Desondanks heb ik in haast persoonlijk enkele peilingen verricht. In Oudenbosch en Bergen op Zoom is men bezig met een ondernemersenquete, uitge voerd door het C.I.M.K. Als nu de raad van mening is, dat de middenstand opdracht kan geven, en dan acht ik het inschakelen van de consulent dhr.Hessink voor de 4e maal gewenst, om via het C.I.M.K. een optimaal rapport samen te stellen, dan dacht ik dat de gemeente opnieuw tienduizenden guldens daarvoor moét betalen. Aangezien in onze gemeente ook een N.C.B., N.K.V. en N.V.V. zijn, is aan de raad het laatste woord te geven om voor het N.K.O.V. dergelijke bedragen opneiuw te waarborgen. Mijn eerste informaties luiden, dat via het ontwikkelings- en sane ringsfonds middels het Ministerie van Economische Zaken gesuppleerd kan worden in de kosten".

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1975 | | pagina 34