-21-
In Steenbergen is reeds een meer dan goed voedingsmiddelen
pakket, dat van goedkoop naar duur en van algemeen naar speciaal
zaak loopt. Daarentegen is er op het gebied van textiel door
het verdwijnen van de fa.Luijkx sprake van een echte verschraling.
Voor lakens e.d. kan men nu nog slechts op één plaats terecht.
Spreker vraagt zich af of de gemeente enige invloed kan aanwen
den
De VOORZITTER antwoordt als volgt:
"Toen er in 1965 een nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening kwam
is dat aangegrepen om een sterk gevoelde leemte op te vullen.
Onder de oude wetgeving konden alleen voorschriften inzake
het bouwen in een uitbreidingsplan worden opgenomen en niet om
trent het gebruik van die gebouwen.
Bij de sinds 1965 geldende wet op de Ruimtelijke Ordening isVie
mogelijkheid opgenomen in de bestemmingsplannen ook gebruiksvoor
schriften op te nemen. In de nieuwe bestemmingsplannen gebeurt
dat dan ook. Nu weet u, dat het jaren duurt voor een nieuw bestem
mingsplan rechtskracht krijgt en daarom hebben we, en wij niet al
leen, nog verschillende uitbreidingsplannen, gebaseerd op de vorige
Woningwet. Waar die plannen gelden, zijn er dus geen gebruiksregels-
Om dat gemis op te vangen, is in de bouwverordening een artikel op
genomen, dat in die gebieden - dus waar nog een uitbreidingsplan
"oude stijl" geldt - verbiedt om gebouwen, erven en terreinen, die
gebruikt worden overeenkomstig de geldende bestemming, voor iets
anders te gaan gebruiken zonder vergunning van ons college.
Als dus b.v. in het buitengebied (waar nog za'n uitbreidingplan
oude stijl geldt) een landbouwschuur voor iets anders gebruikt
gaat worden, dan mag dat niet zonder onze vergunning.
Het is dit artikel, dat door ons gehanteerd is, toen b.v. het "Doe-
het-zelf-bedrijf Roonis" en de champignonkwekerij aan de Olmendreef
gebruikt zouden gaan worden voor de verkoop van levensmiddelen.
Op die plaatsen gold nl. nog zo'n oud uitbreidingsplan en daarom
was daar het genoemde artikel 352 geldig en konden wij op een
vergunningsaanvrage "nee" zeggen. Men zou het grondgebied van de
gemeente kunnen indelen in drie zones, nl.:
1. er geldt een "nieuw" bestemmingsplan: daar kunnen en zullen
gebruiksvoorschriften in zijn opgenomen, die ons een bevoegdheid
geven om ja of nee te zeggenj
2. er geldt een "oud" uitbreidingsplan: daar biedt in vele gevallen
artikel 352 van de bouwverordening mogelijkheden en
3. er geldt helemaal geen planologisch voorschrift: in dit geval
staan ons géén wettige middelen ter beschikking om tegen een
veranderd gebruik op te treden.
Dit laatste doet zich nu voor in de kommen. Er gelden daar geen
"oude" uitbreidingsplannen (dat mocht niet ingevolge de vroegere
wetgeving) en de"n ieuwe"bestemmingsplannen er voor zijn nog lang
niet gereed. Als dus in de kom iemand zijn pand voor iets anders
gaat gebruiken, dan heeft hij ons - behalve misschien voor een
bouwvergunning - niet nodig. En of een bouwvergunning verleend
of geweigerd moet worden, daan kunnen we weinig aan doen om
dat de Woningwet precies zegt, wanneer we die moeten verlenen of
moeten weigeren. Op dat gebied is er ^99ge^s gee|"i speelruimte.
Het kan natuurlijk voorkomen, maar dan/in speciale gevallen,
dat ook voor een veranderd gebruik in de kom onze medewerking
nodig is. Dat is onlangs voorgekomen, toen .een in de kome gelegen
pand veranderd moest worden om gebruikt te kunnen worden in de
levensmiddelensector. Daarbij werd de achterrooilijn overschre
den en daar is een ontheffing van ons college voor nodig, een
ontheffing die we kunnen geven of niet.