r*mw -7- Hij wil er nog op wijzen, dat het resultaat van het onderzoek de raad zal bereiken. Het is immers hij, die over de daaruit voortvloeiende ad viezen zal moeten beslissen; dus ook over een eventuele aankoop van het houten bankgebouw. De heer HOENDERVANGERS wil aan de discussie nog een suggestie toe voegen. Het lijkt hem namelijk nuttig in de studie ook de huidige St.Gum- marusschool te betrekken, die over enkele jaren beschikbaar komt. Het is een weliswaar oud, maar in ieder geval degelijk gebouw, dat goed te moder niseren is. Bovendien is er ruimte voor uitbreiding. De VOORZITTER zegt toe, dat dit idee zeker in de sttie zal worden be trokken. Overigens heeft ook de HAVO interesse voor het schoolgebouw. De heer VAN POPPEL meent te kunnen concluderen, dat, alvorens eventu eel tot aankoop van het bankgebouw wordt overgegaan, eerst het onderzoek rapport wordt afgewacht. Wethouder JANSEN merkt op, dat de studie niet binnen enkele maanden kan zijn afgerond. Over de aankoop zal dus eerder moeten worden beslist. In dit verband wil hij wijzen op een ander aspect. De huidige huisves ting van sociale zaken is eigenlijk niet te accepteren en pennibel te noe men. Een redelijke ontvangst van mensen is onmogelijk. Deze situatie eist een directe oplossing. De VOORZITTER wil er geen misverstand over laten bestaan, dat de het noodbankgebouw niet wordt aangekocht vóór dat de resul taten van de studie in een vergevorderd stadium zijn. Zijn bedoeling is om te peilen of b&w bij de onderhandelingen met de Rabobank de raad ach ter zich hebben. Als de raad het hiermee niet eens is dan heeft het onder handelen over een mogelijke aankoop z.i. geen zin. Weliswaar is dit zo niet in het college besproken, maar het is wel zijn persoonlijke mening. Wethouder JANSEN merkt op, dat deze kwestie inderdaad anders door b&w is benaderd. Dat is ook begrijpelijk, want de studie zal meer dan enkele maanden vergen. Aangezien er meer gegadigden voor het bikgebouw zijn kan daarop niet worden gewacht, omdat dit gebouw dan aan anderen zal worden verkocht. Wethouder HERBERS wil als zijn zienswijze naar voren brengen, dat de raad en b&w eigenlijk in een dwangpositie zijn gekomen. Wanneer men de huisvestingsmoeilijkheden onder ogen ziet dan is het begrijpelijk, dat b&w het houten bankgebouw als een oplossing zien om uit de directe moei lijkheden te komen. Daarom moet duidelijk worden onderkend, dat een aan koop bijdraagt tot het in stand houden van semi-permanente gebouwen in het centrum. Ook het Bibliotheekgebouw is hiervan een voorbeeld. Gezien de plannen van Huize Charitas en de omgeving Blauwstraat staat de biblio theek nu eigenlijk al op de verkeerde plaats. Als de gemeente het nood gebouw koopt dan zal het er nog jaren staan. Dat moet men zich realise ren De heer BAKX is ook tegen de aankoop. De raad heeft destijds de grond aangekocht voor een parkeerterrein en hij vindt het onjuist om daarop voor langere tijd een gebouw in stand te houden. De heer VAN DE KAR kan de mening van- de heer Bakx volledig delen. Hij vraagt zich af of het gebouwtje geen andere plaats kan krijgen. Ook ziet hij mogelijkheden als de dienst gemeentewerken in haar geheel wordt geplaatst op het terrein van de werkplaats. Dit is ook al eens in de com missie gemeentewerken ter sprake geweest. De VOORZITTER verwacht, dat deze mogelijkheid zeker door de Vereni ging van Ned.Gemeenten zal worden bekeken. In eerste instantie voeit hij niet voor deze suggestie, omdat de verbindingen met de andere afdelingen dan moeilijker komen te liggen. Ook eist een dergelijke afsplitsing op organisatorisch en op personeelsgebied verstrekkende maatregelen.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1974 | | pagina 85