B.mondeling 5.verbetering Stoofdijk (hr.Hoendervangers) De heer HOENDERVANGERS vraagt naar de stand van zaken. De dijkbe woners krijgen steeds minder vertrouwen in een oplossing. Wethouder HERBERS kan meedelen, dat gedeputeerde staten hebben be richt zo spoedig mogelijk de verbreding van de Stoofdijk aan te pakken. De stagnatie is vooral te wijten aan de overdracht van de weg door het rijk aan de provincie. Alles is nu uitvoeringsgereed en het wachten is nu op de opdracht aan de aannemer. Spreker zal hiernaar informeren. S.vakature woningadviescommissie Chr.Hoendervangers] De heer HOENDERVANGERS is het opgevallen, dat nog slechts vier leden deel uitmaken van deze commissie. Als het om de advisering van moeilijke zaken gaat vindt hij een even getal leden niet juist. De VOORZITTER weet, dat het in de commissie nimmer op stemmen aan komt. De voorstellen zijn steeds unaniem genomen. Als b&w voornemens zijn van een advies af te wijken, dan vindt er eerst nader overleg plaats. Afspraak is, dat bij blijvende onenigheid de mening van de commi sie prevaleert, tenzij het over een zeer dringend probleem gaat. Gezien het grote persoonlijke belang, dat steeds bij woningtoewijzingen is gemoeid, is een eensluidend advies te verkiezen boven een stemming. Een andere zaak is of er sprake is van een niet aangevulde vakature, waardoor een van de sectoren, van waaruit de commissie is opgebouwd, zou ontbreken. Dan zal uiteraard daarin moeten worden voorzien. Spreker zal dit nagaan. 7.stankhinder door sterfputten suikerfabriek en door grasdrogerij (hr.Hoendervangers) De heer HOENDERVANGERS wil toch een heel penibele zaak aansnijden. De afgelopen tijd zijn er veel klachten gekomen van de bewoners omge ving Noordwal, Gummarusvelden, Westdam, Oostdam en Solmsbolwerk. De ramen kunnen niet geopend worden i.v.m. de ondragelijke stank. In het.verleden hebben deze mensen al eens schriftelijk hun bezwaren kenbaar gemaakt. Toegezegd is toen, dat bSw in overleg zouden treden met de directie van de C.S.H. Spreker dacht, dat het nu tijd wordt de onderhandelingen toe te spitsen op verplaatsing van de sterfputten uit Steenbergs' Centrum. De mensen willen voor deze keer de ontwik kelingen nog wel afwachten, maar levert dit geen reSultaat op dan zullen zij zich wenden tot een Kamerlid en het ministerie. De VOORZITTER wil opmerken, dat dit een tendens is, die zich in het gehele gewest doorzet. Naarmate de watervervuiling afneemt, dus de fabrieken meer aandacht besteden aan de zuivering om de "watervuillast" te verkleinen, neemt de stankoverlast toe. De suikerfabrieken van de C.S.N. te Breda en Steenbergen zijn wel op een opzienbarende manier in de^aterzuivering geslaagd, veel meer dan welke industrie in West- Brabant ook. Wat niet in het water wordt weggevoerd, wordt b.v. ver brand of ontlucht en dat geeft stankoverlast. Uiteraard roept dit een verhoogde zorg van het gemeentebestuur op en dat uit zich in de onderhavige klachtenregen. Wethouder HERBERS moet bekennen, dat ook hij veel klachten heeft ontvangen. Het is een zaak, die zoals bekend al lang hangende is. Vorig jaar heeft hij een bespreking gehad met de C.S.M.-directie en hieruit is voortgekomen de plaatsing van een beluchter op de Noord- vest. Het resultaat was, dat tegen het begin van de campagne reeds vis werd aangetroffen. Bij de aanvang van de campagne is die beluchter weggenomen en is dus de verviling weer opgetreden. Naar aa'nl'eiding van de klachten is hij weer in overleg getreden met de directeur gemeentewerken, die reeds pogingen onderneemt om weer met de directie van C.S.M. aan tafel te gaan zitten m i

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1974 | | pagina 63