- 17 - Ook de inzet voor persoonlijke zorg en leed van gemeentenaren eisen tijd en aandacht» Desondanks kunt U ons voorstel voor de vergadering van 14 maart a.s. tegemoet zien. Ik deel U bereids ook namens mijn collega Jansen mede dat wij ons zullen spiegelen in ons voorstel aan die gemeenten in de regio, die tegenover de peuterspeelzalen een royaal standpunt hebben ingenomen." b. Instellen vragenuurtje voor het publiek (hr.v.Tilburg) VRAAG: jjnige tijd geleden is door onze fraktie, bij monde van mej.v.d» Wielen, het voorstel gelanceerd, om over te gaan tot het invoeren van een vragenuurtje na de raadsvergadering. Dit verzoek was goed gedocumenteerd met diverse voorbeelden uit de omgeving. Beloofd werd toen om op deze kwestie nader terug te komen, hetgeen nog steeds niet is gebeurd." De VOORZITTER citeert het volgende ANTWOORD van b w: Het door de fractie Partij Nieuw Steenbergen gedane voorstel tot invoering van een vragenuurtje na de raadsvergadering ten be hoeve van het publiek is inderdaad nog bij ons College in behan deling. De oorzaak vgtn het nog niet afronden van deze zaak is gelegen in het feit, dat ons College incompleet is. Wij vinden het voorgestelde van principiële aard en achten het bepaald ge wenst, dat ook onze Voorzitter -die nu b maanden wegens ziekte af» wezig is- bij de voorbereiding van onze standpuntsbepaling be trokken is." Be VOORZITTER zegt toe in de eerstvolgende vergadering van b&w nadat de burgemeester zijn werk heeft hervat, deze kwestie aan de orde te zullen stellen. Persoonlijk vindt hij, dat bij het in stellen van een vragenuurtje in de voorgestelde vorm, de raadsle den extra zullen worden belast. Als men zijn functie als raads lid goed wil uitoefenen en dan denkt hij.niet alleen aan de raads-en commissievergaderingen, maar ook aan de vele uren, welke voorbereiding en voorstudie kosten, dan dacht hij dat na een in spannende raadsvergadering een publiek-vragenuurtje teveel eist. Bovendien worden de raadsleden toch al onevenredig zwaar belast in verhouding tot de financiële tegemoetkoming die zij ontvangen. De heer VOGELAAR vraagt of de instelling een zaak van de voorzitter of van de raad is. De VOORZITTER antwoordt, dat de raad zijn fiat zal moeten geven. B. Mondeling '(begin hr.de Klerck) 5. Wateroverlast Zuid II (hr.de Klerck) De heer DE KLERCK wil nog even wat opmerken over de water overlast in Zuid. Hij heeft zelf geconstateerd, dat de problemen met de W.C.- en aanrechtafvoer ontstaan door een onvoldoende ontluchting. Als men tijdig het emmertje uit het stalputje licht ontstaat er ontluchting en zal er geen stagnatie in de water afvoer optreden. De VOORZITTER zegt, dat dit wijst in de richting van fou tieve architectuur. De heer DE KLERCK is inderdaad van mening, dat de huislei dingen niet worden aangebracht als eigenlijk zou moeten. De VOORZITTER zal de directeur gemeentewerken inlichten.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1974 | | pagina 43