- 5 -
Bovendien is bepaald, dat de uittredende gemeente een door het
algemeen bestuur onder goedkeuring van Ged.Staten vast te stel
len uittredingssom moet betalen of zal ontvangen. Wij zullen be
slist aandacht besteden aan hetgeen op dit punt door de commissie
te berde is gebracht en dit te gelegenertijd aan de orde stellen
in het samenwerkingsverband. Naar aanleiding van het standpunt
van de financiële commissie acht ik het verder nodig het geheugen
van de Raad een weinig op te frissen want het is ongeveer 8 jaar
geleden dat het voorstel tot het aangaan van deze gemeenschappe
lijke regeling werd ingediend. In College en Raad bestonden enige
reserves. In verband met de tijd zal ik hier niet het volledige
debat citeren. Een enkel citaat mijnerzijds dat ik namens ver
schillenden uitsprak wil ik U in het belang van de duidelijkheid
niet onthouden. Ik heb hier de notulen van de raadsvergadering
van 1966, waarin de heer Vogelaar het eerst het woord voerde en
het volgende tegen de voorzitter opmerkte: "U zegt, dat voldoende
voorlichting was gegeven. Ik meen echter, dat aan de raadsleden
nog geen toelichting gegeven is. De financiële consequenties
zijn niet bekend".
Verschillende Uwer hebben toen het woord genomen. De vergadering
eindigde met het nemen van geen besluit. Enkele maanden later,
onderdruk van de toenmalige oprichters, nam de raad het besluit
tot toetreding. Ik heb toen gezegd: "Ik zou op dit voorstel lie
ver niet dieper in gaan, ware het niet, dat de heer Vogelaar als
woordvoerder van de commissie openbare werken liever meer in
lichtingen had en moeite heeft met de financiële consequenties.
Ik kan dit, begrijpen want ook mijn fractie, die tot vannacht
heeft vergaderd, voelt zich min of meer bezwaard met dit voor
stel"
Ik heb toen ook nog gezegd: "Wel lijkt het mij gewenst, dat wij
ons toch een globaal inzicht verschaffen van de bedragen, welke
een rol gaan spelen. Ik vrees tevens, dat bepaalde bedragen -ik
zeg dat onder alle voorbehoud, want het is nooit anders ge
weest- soms te laag zullen blijken te zijn".
Leden, U hebt het voor U f.33.000.Ik zal U verdere opmer
kingen besparen. Ik ben geëindigd met dit te zeggen:
"Ik heb bepaald respect voor de dynamische aanpak door de heer
Twaalfhoven" toen burgemeester van Nieuw-Vossemeer, thans van
Hoeven, "doch het is niet uitgesloten, als deze al lang elders
burgemeester is, wij met hoge vaste terugkerende vaste lasten
zitten". Voila
Een van de leden heeft toen nog gezegd en dat was toch wel fra-
pant: "Ik ben^het volledig met de redenering van de voorzitter
eens. Waar de heer Herbers het over heeft speelt thans geen rol.
De kostenverdeling is geregeld. Wat het kan gaan kosten is niet
te bekijken. Daar gaat het nu niet om, maar alleen of wij mee
doen." Nou, ?/ij doen mee.....!
Uiteindelijk is onze gemeente toegetreden tot de Gemeenschappe
lijke regeling waarvan thans voor het tijdvak 1 jan. tot 31 dec.
f.33.000.moet worden bijgedragen. Alle verwachtingen ten spijt
heeft het bestuur van het Eendrachtschap noch de Provincie
Noord-Brabant, noch de Provincie Zeeland kunnen bewegen zich
financieël te interesseren. Bovendien heeft de voorzitter als
onervaren jurist, verzuimd bij het Ministerie van C.R.M. een
schriftelijke hervestiging te eisen, dat de voorstudie die de
Grontmij voor het schap gemaakt heeft door dit Ministerie zou
worden betaald. De totale kosten van deze voorstudie gaan de
f.100.000.ver te boven, doch C.R.M. is amper voor f.50.000.
bijgesprongen. Vandaar dat onze gemeente 35$ moet supleren.
Bovendien heeft C.R.M. de suggestie gedaan, dat de gemeenten
Bergen op Zoom en Reimerswaal zullen moeten deelnemen.