v.- o-JH
17. Verhoging subsidies aan zangverenigingen "De Strie-
nespelers" en "A.B.S." tot elk 1.000,=
Opmerking CIE FINANCIEN:
"Over dit voorstel wordt langdurig van gedachten gewisseld.
De heer VAN POPPEL spreekt er zijn bevreemding over uit dat b&w nu
plotseling een voorstel doen tot verhoging van de subsidies voor de
Strienespelers en ABS van 500,= tot 1.000,=, zulks terwijl er geen
verzoek is en tijdens de behandeling van de subsidieaanvragen de wnd-
voorzitter heel uitdrukkelijk heeft gesteld dat van gézelligheidsvereni-
gingen sprake is en een drastische verhoging niet op zijn plaats was.
De SECRETARIS deelt mede, dat het bij herhaling bij monde van mej.van
Eekeren gehouden pleidooi om te subsidiëren volgens de norm van de lan
delijke federatie aanleiding is geweest voor b&w om zich nog eens te be
raden. Evenals voor de harmoniën is een tussenweg gekozen en wordt over
wogen vanaf 1975 de normen onverkort te handhaven,
fiejVAN EEKEREN zegt, dat het haar bekend is, dat door de Strienespe
lers een verzoek om een verhoogd subsidie is gedaan en vraagt zich af,
waarom dit verzoek niet ter tafel komt. Zij vraagt of dit voorstel enig
verband houdt met dat verzoek.
De heer VAN TILBURG vraagt zich af of er mogelijk ook verband bestaat
met zijn eerder gemaakte opmerkingen over de samenhang tussen de sub
sidiepolitiek en het Cromwiel.
De SECRETARIS antwoordt, dat b&w zich nog beraden over het van de
Strienespelers ontvangen verzoek en dat hem niet is medegedeeld hoe b&w
zich tegenover dit verzoek opstellen".
De VOORZITTER antwoordt als volgt:
"Los van de discutabele vraag of het college het zuinige beleid dat ten
aanzien van de culturele verenigingen gevoerd wordt, moet handhaven, ligt
het zwaartepunt voor de plaatselijke zangverenigingen in het gelijkelijk
stimuleren van de gemengde zangvereniging De Strienespelers en het man
nenkoor A.B.S. Het is ons bekend geworden, volgens de cie financien, dat
wij geen motiëven genoeg hebben aangedragen voor de behandeling van dit
voorstel. Welnu, wij weten, dat de Strienespelers kostenverhogend moeten
werken in verband met hun intrek in 't Cromwiel. Voorts is het niet de
zaak van het college maar van het gemengd koor zelf, wanneer zij van oor
deel zijn dat de accommodatie van hun oude zaal niet meer aan de eisen
beantWDord. Bovendien is het hun zaak, wanneer de club meent, dat het
bestuur en de zaalhouder niet langer meer op dezelfde golflengte zitten als
u begrijpt wat ik bedoel. Daarom dacht ik het nuttig thans te verklaren
naar ik hoop voor de laatste maal dat het college er niet aan denkt om
mee te werken aan het leegtrekken van zalen,zoals één uwer zich uitdrukte,
Daarin kan en mag het college geen enkele bemoeie
nis hebben. Wanneer echter een culturele vereniging autonoom, hetzij muziek
of zangvereniging, op het gebied van amateurtoneel, op het gebied van crea-
tiviteitsontwikkeling, of ander visueel media (film) zich in 't Cromwiel
wil vestigen, dan dient het college waar mogelijk alle medewerking te ge
ven. Het is nu eenmaal een enorme handicap voor het midden- en kleinebe-
drijf en dit geldt ook voor de horeca-sector, dat zaalhouders steeds moeten
investeren om hun zaken modern en aantrekkelijk te houden voor het binden
van hun klanten. Wat het mannékoor A.B.S. betreft is het bekend dat de
vereniging bezig is aan een ledenwerfactie. Dat men pogingen in het werk
stelt om de zangkunst op een hoger peil te brengen. Dat er twee directeuren
zijn" aangetrokken, waarvan één met diploma conservatorium. In navolging
van de Culturele Raad Noord-Brabant en van het Provinciaal Bestuur, die
subsidies zoveel mogelijk willen doen toevloeien naar degenen, die ama
teuristisch activiteit ontplooien, acht het college het niet meer dan
billijk dat ook A.B.S. 1.000,= wordt toegewezen voorlopig 'tot *n
1975 de landelijke normen worden toegepast.
':'6 -in-1;-'7 Mi.: