6 Wethouder HERBERS vraagt of er notulen van de bespreking tijdens de schrosing worden gemaakt. De VOORZITTER geeft opdracht het gesprokene in de notulen op te nemen. De heer HOENDERVANGERS begrijpt niet waarom de vergadering geschorst moet worden. B&w kunnen zich toch door een deskundige laten bijstaan? De VOORZITTER meent, dat de door hem gekozen, weliswaar vreemde, figuur noodzakelijk is om een rechtstreeks contact door de adviseur met de raad mogelijk te maken. De heer OOMS bevreemdt het, dat enerzijds gezegd wordt:"alles is in orde", maar aan de andere kant de bekentenis volgt, dat a. het gemaal aan de Stadshillen te klein is b. de riolen maar aangepast zijn tot een gedeelte van Zuid tot Anjerstraat/ Van Brabantstraat c. de overstort aan de Boomvaart niet kan werken vanwege de geweldige stroom in die Vaart. Dit zijn toch dingen d'ie ook juni vorig jaar niet in orde bleken. De VOORZITTER antwoordt, dat het uiteraard een niet geheel compleet zijn van de gehele riolering betreft. Dat gaat, zoals bij bestemmingsplannen, gefaseerd, Het rioleringssysteem zoals het er ligt is goed, dat is punt een. Het moet aangepast worden en de gemeente is min of meer door de overlast van vorig jaar gealarmeerd, dat de fasering misschien niet juist is geweest. Daarop is het rapport uitgebracht en aan de hand hiervan wordt er nu in de mate van mogelijkheden gewerkt. Een overstort, die veraf gelegd moet worden wordt uiteraard niet bij de eerste fase meegenomen. Nu blijkt, dat deze overstort noodzakelijk is, wordt er natuurlijk wel aan gewerkt. Tussen november en nu is er echter weinig tijd geweest om die voorziening gereed te krijgen. Dat alles niet functioneert, zoals door het structuur onderzoek naar aanleiding van de vorige a/erlast wenselijk is geacht, daar heeft de heer Ooms gelijk in,- dat is nog niet allemaal klaar. Spreker meent, dat twee vragen belangrijk zijn, n.l.: 1. wat is ons overkomen en wat zijn de redenen daarvan? 2. wat zijn de maatregelen om te voorkomen, dat het weer gebeurt? Wat deze tweede vraag betreft zal na het uitvoeren van het rapport- structuuronderzoek herhaling, mogelijkerwijze gesproken, uitgesloten zijn. Dat is dus het gevolg van het onderzoek, dat door de eerste verrassing is ingesteld. De heer CORNEL merkt op, dat Steenbergen, geografisch gezien, bijzonder laag gelegen is. Dat is een heel naar gegeven, waar echter niets aan te doen is. Steenbergen en met name Zuid, ligt a.h.w. in een zak en het na tuurlijke verloop leidt ertoe, dat het water naar Steenbergen toekomt. Daardoor zijn de lozingsmogelijkheden beperkt. Alleen de Boomvaart is daar voor beschikbaar en dit water is nog onderhevig aan getijen en het water vanuit het omliggende gebied. Oplossing zou kunnen zijn een persleiding, maar dan komt men voor een economisch onhaalbare en technisch bijna niet uit te voeren zaak. Dat zou n.l, een directe invloed op de grondprijzen betekenen. Het wordt dus een wikken en wegen om van iedere partij en iedere burger het meest toelaat bare te accepteren. Met dat systeem is de gemeente bezig. Alleen is het nog niet volvoerd.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1973 | | pagina 83