3
1. Opening
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed en heet
alle aanwezigen van harte welkom. Hij constateert dat de heer Laanen afwezig
is en deelt mee, dat mej.v.d.Wielen wat later zal komen.
Hij wil bij agendapunt 3 graag twee belangrijke onderwerpen behandelen.nl.:
1. het houden van een voorjaarskermis ook op Goede Vrijdag
2. de herhaalde wateroverlast in Zuid
2. Vaststelling notulen van de openbare vergadering van
12 april 1973
De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming tot vaststelling van de no
tulen overeenkomstig het concept.
3. Behandeling ingekomen stukken
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel.
kermis op Goede Vrijdag
De VOORZITTER wil graag in het openbaar excuses aanbieden voor dé omissie,
die plaats vond bij het verlenen van toestemming tot het houden van eèrt
voorjaarskermis. Aangezien de toezegging reeds geruime tijd geleden was ge
daan is daarbij de Goede Vrijdag over het hoofd gezien.
wateroverlast Zuid
De VOORZITTER verwijst naar het verzoek van de commissie gemeentewerken,
bij monde van de heer Ooms, om de directeur gemeentewerken gelegenheid te
geven in het bijzijn van pers en publiek nader op de gehele problematiek in
te'gaan.
Burgemeester en wethouders wilden hieraan graag voldoen en meenden, dat
dit niet tijdens de rondvraag moest geschieden maar vóór de behandeling van de
agenda.
Spreker wil de bespreking inleiden aan de hand van een door de afdeling
gemeentewerken verstrekt stuk. Wil de raad daarop nader ingaan dan zal hij
voorstellen de vergadering te schorsen, waardoor het de directeur mogelijk
wordt gemaakt aan de discussie deel te nemen.
Overigens wil hij de volgorde, welke het voor te lezen rapport aanhoudt
iets wijzigen om te kunnen beginnen met datgene wat iedereen het meest in
teresseert. De grote vraag is nl.:
"Hoe komt het, dat waar wij in 1972 geteisterd werden, dit nu weer het geval
is".
Hen vraagt zich dan meteen af, of daar dan niets aan gedaan is. Dit geluid
klonk onlangs dok in de Steenbergse Courant.
Spreker wil zeggen, dat direct na de overstroming in 1972 (juli) een
rapport is gevraagd aan diegene, die de riolering heeft ontworpen. Dit rap
port is aan b&w ter uitvoering en opmerking ingebracht en ligt voor de
raadsleden ter kennisneming.
Hij wil voorts stellen, dat de meeste vragen voortkomen uit bezorgdheid
of en hoe de schade wordt vergoed. Kort en goed komt het erop neer, dat
voor alle fouten, de gemeente bij Wet-Risico verzlcerd is. Aanvragen can
schadevergoeding warden naar die Instanties verzonden en als de gemeente
fouten blijkt te hebben gemaakt, dan wordt deze vergoed. Tegen overmacht
echter kan niemand zich verzekeren. Bij grote rampen stelt het rijk een
rampenfonds in, waaruit vergoedingen worden verstrekt.
Spreker wil thans overgaan tot het voorlezen van het overzicht van ge
meentewerken, wat een kleine explicatie geeft waar de gemeente aan toe
is en wat er met het rioleringsstelsel aan de hand is of zou zijn: