6 Wanneer ik nu motiveer waarom ik aan de voorzitter mijn medewerking heb verleend aangaande dit voorstel dan is het ingevolge artikel 75. Hiermee bevinden zich èn b&w èn de leden van deze raad in een dwang positie. Indien de raad principiële medewerking weigert kan en zal (de heer Vogelaar heeft dit reeds meegedeeld) en het bestuur van de neutrale school van het l\!H Weeshuis en de Inspecteur van het onderwijs bij G.S. in beroep gaan. En dit beroep zal gegrond worden verklaard. Een andere zaak is of ik het als volksvertegenwoordiger juist vind, dat er zo lichtvaardig riemen worden gesneden van andermans leer.nl. van de belastingbetaler. Wat dat betreft ben ik het èn met de heer van Geel, èn met de heer Hoendervangers èn met de heer Ooms eens. Op de eerste plaats schept men een precedent want 6 of 7 andere schoolbesturen kunnen een beroep doen op de belastingbetaler. Op de 2e plaats dient men zich af te vragen of een documentatiecentrum voor de lagere school nodig is. Ik ga ervan uit, dat ook in 1973 de onder wijzer van de lagere school de leerstof die volgens het lesrooster wordt gegeven volledig onder de knie heeft. Ik wil vanafdeze plaats hulde bren gen aan wijlen de heer Breure en ook aan de heer Boot e.a. die honderden mensen aan deze maatschappij hebben afgeleverd zonder documentatiecentrum. Ik vind de opmerking van de heer Ooms juist, wanneer hij zegt dat voor 1973 85.000,= subsidie is uitgetrokken voor de plaatselijke bibliotheek. Ik heb deze week geconstateerd dat praktisch alle standaardwerken van de Parool/Lifeserie in onze bibliotheek voorhanden zijn. Ik ben er mij van bewust, dat Wanneer aan andere scholen niet wordt onthouden wat deze school verlangt, dat de mogelijkheid niet is uitgesloten dat zes- of zevenvoudige doublures het gevolg kunnen zijn. Samenvattend wil ik de leden adviseren het voorstel te aanvaarden, maar volgende maand nauwlettend toe te zien wanneer het volgende wensenpakket van het schoolbestuur wordt overtrokken. De VOORZITTER onderschrijft de mening, dat op grond van de wet slechts medewerking verlening mogelijk is. Anders staat wel zeker vernietiging van het raadsbesluit te wachten. Overigens meent hij, dat een bibliotheek wel iets anders is dan een documentatie-centrum. Weliswaar kunnen daarin doublures voorkomen, maar het is z.i. de taak van de inspecteur om te voorkomen, dat boeken worden aangeschaft, die in de bibliotheek voorradig zijn. De heer HOENDERVANGERS wil opmerken, dat de gemeenten worden gecon fronteerd met steeds hoger wordende onderwijskosten, die niet door het rijk gecompenseerd worden. Als dat zo door gaat wordt het gehele gemeente budget gebruikt voor het onderwijs. Al is deze sector bijzonder belangrijk ook voor de gemeente, toch mag van het rijk meer steun worden verwacht. De VOORZITTER zag deze klacht liever gedeponeerd in Provinciale Staten en beter nog in de Tweede Kamer, want deze regardeert de onderwijs- wetgeving. De gemeente kan en moet deze wetten toepassen. De heer VAN DE KAR vraagt wie straks het krediet, volgend uit deze medewerking bepaalt. Heeft de raad dan ook een taak of geschiedt dit nu. De VOORZITTER vaklaart, dat dit een kwestie is van nader overleg met schoolbestuur, inspecteur en b&w. Spreker wil in dit verband nog even in gaan op een uitlating van de heer van Geel, die het woord "geraffineerd" gebruikte voor het nieuwe verzoek van het schoolbestuur. Hij wil deze uitdrukking vervangen door "juister", want het schoolbestuur heeft zich in zijn verzoek aan de wet geconformeerd. De heer VAN GEEL ziet geen reden om het woord "geraffineerd" terug te nemen. Als het schoolbestuur de eerste keer met een verzoek, als nu in 3e instantie ingediend, was gekomen dan had hij geen bezwaren gehad. Voorts wil hij nog graag weten of b&w eerst nog in contact kunnen komen met de inspecteur.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1973 | | pagina 37