- 6 - 8. VOORZIENING IN DE BEHOEFTE AAN KASGELD IN DE PERIODE 14 APRIL t/m 13 JULI 1972 aangaan kasgeldlening van f 850.000s-~ met de n.v. Bank voor Nederlandsche Genieenten De RAAD besluit zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel. 9. INSTELLING VASTE COMMISSIE VAN ADVIES EN BIJSTAND INZAKE RUIM TELIJKE ORDENING" De VOORZITTER deelt mee dat tijdens de vergaderingen van de commissies de volgende opmerkingen zijn gemaakt: financiën "Zowel mejvan Eekeren als de heer van Geel wensen zich nog nader te beraden of zij zich met de samenstelling van de commissie kunnen verenigen. Zij wensen hun beslissing aan te houden tot fractieberaad heeft plaatsgevonden." openbare werken: "De heer Heijmans vraagt zich af waarom niet iemand uit Welberg in de commissie is vertegenwoordigd." De VOORZITTER wijst er op dat voor deze commissie een belangrijke taak is weggelegd, n.l. mee-denken over het toekomstige Steenbergen. Hij heeft tot zijn groot genoe gen bemerkt dat ook de bevolking zelf zich over het "ge zicht" van Steenbergen wenst te beraden en zich met de problemen op dit punt bezig houdt. De in te stellen commis sie zal vóór de raad wordt geroepen een uitspraak te doen kennis kunnen nemen van wat er bij de planoloog en b&w leeft en adviserend en stimulerend kunnen optreden. Er is al dik wijls door de raadsleden om deze commissie gevraagd en al is de instruktie nog niet gereed toch willen b&w nu reeds graag een uitspraak of de raad de commissie wenst. De heer HOENDERVANGERS verneemt graag of reeds is be slist wie als voorzitter gaat fungeren. De VOORZITTER zegt dat een dergelijke beslissing nog niet is genomen. Als er prijs wordt gesteld op een be slissing wil hij de vergadering even schorsen voor intern beraad De heer VAN GEEL kan de voordracht niet waarderen en spreekt als volgt: "Wat betreft het instellen van een commissie voor ruimte lijke ordening wil ik graag een paar opmerkingen maken. De manier of methode waardoor u als college tot een voor dracht van 4 personen komt vind ik erg ondemocratisch en grenst heel dicht aan discriminatie. Wanneer het nu gaat om een commissie buiten de raad kan ik daar nog vrede mee hebben, maar nu het een raadscommissie betreft moet ik er toch echt tegen protesteren. U zult mij tegenwerpen dat het toch altijd een vrije verkiezing blijft, maar u weet even goed dat het van de 100 keer 99 keer de mensen worden die door b&w worden voorgearagen. Er zijn raadsleden die slechts zitting hebben in één commissie. Op uw voordracht staat de heer van Tilburg, die reeds van 3 commissies deel uitmaaktdit vind ik niet op zijn plaats, tenzij de in

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1972 | | pagina 47