- 18 -
Voor wat betreft het gebeurde tijdens de radenbijeen
komst te Wouw geeft de VOORZITTER het woord aan wethouder
Herbers
Wethouder HERBERS wil jeginnen met in te gaan op het
geen de heer van Tilburg in zijn beschouwingen suggereerde.
Spreker vindt de gewestvorming helemaal geen tere kwestie.
In tegendeel het is een open en eerlijke zaak. De heer van
Tilburg noemt het een kwalijke zaak wanneer een persoon met
zijn mening naar buiten treedt en deze spreekt er zelfs van,
dat het aanzien van Steenbergen zou zijn geschaad.
Spreker stelt zich dan ook voor helderheid te verschaf
fen door met name de belangrijke passages van zijn in Wouw
gehoudBn betoog letterlijk te citeren. Hieruit zou kunnen
blijken, dat zijn beschouwingen niet stroken met de opvatting
van deze raad.
Graag stelt hij dan ook -zijn principe indachtig, dat
hij alleen aan de raad verantwoording schuldig is- zijn in
breng te Wouw aan de raad ter beoordeling voor.
Wanneer dan blijkt dat de raad van opinie is, dat hij niet
verantwoord was door de naam van de raad te gebruiken dan
zal hij nederig en deemoedig het hoofd bulgen en zeggen:"ik
heb mij vergist". Blijkt echter.- dat de hoofdpunten van zijn
betoog parallel lopen met de mening van de raad dan hoopt
hij dit te vernemen.
Hij wil zich»niet bezig houden met de vragen: een groot
gewest of twee kleinere, een of twee voorzitters en wie of
andere zaken. De bekenning van de heer van Poppel nu al tot
een streekgewest vindt hij zeer voorbarig. Immers de discus
sies daarover moeten binnen deze raad nog plaatsvinden.
Wanneer spreker nog eens terugziet op de vergaderingen
over de regeling, zoals 19 april 1972, een discussie-avond
met de K,VPTweede Kamerleden de Bekker en Fièvez en la
ter de radendag in Wouw dan merkt hij op, dat het de raad
bekend was, dat het de raad bekend was, dat door hem bij de
ze bestuursopzet aan een goed resultaat toen reeds ernstig
getwijfeld werd.
Voorzover hem bekend stemde toen het grootste deel van de
raad met zijn zienswijze in en was ook toen de gemeente Ruc-
phen -de 3e grootste gemeente- huiverig. Desondanks heeft
niemand zijn taak willen overnemen .en ter bestemder plaatse
een andere opinie mee te delen. Dit laatste betreurt hij.
In verschillende gemeenten o.a. Bergen op Zoom, Hoeven
en Dinteloord, is over de regeling tevoren onderling beraad
slaagd en binnen die raden bleken ook verschillen van mening.
Een en ander wordt nog onderstreept door de steekproef,
die door enige West-Brabantse dagbladen werd gehouden en ge
publiceerd en waarin ook zijn mening is opgenomen. Hij heeft
tijdens het Intervieuw letterlijk gezegd: "Ik teken wel aan,
dat die samenwerking afhankelijk is van de wil om eigen be
langen niet te laten prevaleren boven de gemeenschappelijke.
Mijn persoonlijk oordeel is, dat één groot gewest beter is
dan een samenbundeling van de twee regio's. Projecten als
de Shell, Reimerswaal en een vliegveld zijn alleen mogelijk
in groot verband. De inspraak van de burgerij acht ik gering,
gezien mijn ervaring, dat zelfs de raad de notulen van de
b&w-dag nog niet eens te zien kregen." Spreker maakt hierbij
graag een compliment aan de voorzitter, die er voor zorgde
dat deze raad die notulen wel ontving. Tot slot vermeldt het