-5- De SECRETARIS verduidelijkt, dat alleen die gronden wor den ingebracht, die in exploitatie komen. Z.g. "vrije" ver spreid liggende gronden vallen hieronder niet. De VOORZITTER resumeert, dat dus alleen dat grondbezit in het grondbedrijf wordt opgenomen, waarmee gehandeld zal worden, b.v. die bestemd is voor verkoop. De RAAD besluit zonder hoofdelijke stemming overeenkom stig het voorstel. 6. AANLEG STORTPLAATS VOOR GROF- EN BEDRIJFSVUIL NABIJ B00N- HIL (II) Opmerking COMMISSIE VOOR DE FINANCIEN: "De commissie pleit nog eens nadrukkelijk voor openstel ling óók op zaterdagmorgen. De overtuiging bestaat, dat daar mee een wezenlijke bijdrage wordt geleverd aan het streven om het vuilstorten meer gedisciplineerd te laten geschieden." De VOORZITTER kan hierop antwoorden, dat burgemeester en wethouders vinden, dat met name de toename van "doe-het- zelf" een openstelling vereist. Ook al zou dat tot uitbrei ding van personeel tot gevolg hebben. De heer HEIJMANS verklaart, hoewel hij tijdens de commis sievergadering met vhet voorstel akkoord ging, na een ontvan gen noodkreet, van een omwonende aan het twijfelen is gebracht Hij vraagt de brief te mogen voorlezen, want daaruit blijkt dat betrokkene wel enigszins gelijk heeft. De VOORZITTER vindt dit wel een wat vreemde gang van za ken. Als raadslid heeft de heer Heijmans echter het volste recht voor eigen rekening de brief voor te lezen. De heer HEIJMANS leest de brief voor: "Weledele Heren, Hierbij maak ik alsnog bezwaar tegen het aanleggen van een vuilnisbelt in de omgeving van mijn boerderij. Mijn be zwaar is gebaseerd op alle navolgende feiten: 1. Doordat ik astmapatiënt ben, kan ik niet tegen de door de vuilnisbelt afgegeven stank. 2. Op mijn boerderij staan 500 varkens, door deze vuilnis belt verwacht ik een rattenplaag op mijn bedrijf. 3. In de Vierhoeven ligt een veld van 60 meter breed en zeker 800 meter lang, welk land veel gunstiger is om de ze vuilnisbelt' aan te leggen waardoor na jaren hier weer landbouwgrond kan worden bijgewonnen. 4. Alhoewel ik met de wethouder in contact ben geweest is mij niet de gelegenheid gegeven om vroeger mijn bezwaar in te dienen. Alvorens over deze aangelegenheid van de vuilnisbelt definitief wordt beslist zal ik gaarne mijn bezwaar nog eens mondeling komen toelichten. Hopende dat u op mijn bezwaar goedwillig zult beslissen teken ik met verschuldigde hoogachting, w.g. L.C.J. Bogers Drenkhoos 6 Steenbergen

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1971 | | pagina 56