ft
- 4 -
22 juli 1970 was een voorstel tot grondtransacties van de
gemeente met de zojuist genoemde burgers door b&w van de
agenda afgevoerd wegens het niet tijdig gereedkomen van
de betreffende stukken. Ik had mij voor afdoening van deze
affaire persoonlijk ingezet en terugkomend van vakantie
was ik bijzonder teleurgesteld over de terugneming van het
betreffende voorstel.
Ook de commissie financiën en de commissie Openbare Wer
ken hadden scherpe opmerkingen gemaakt en de vrees uitge
sproken dat door te late besluitvorming belanghebbenden ern
stig zouden worden gedupeerd.
Dat ik er nu bijna een jaar later, mijnheer de voorzit
ter, op terug kom ligt hieraan dat ik in de betreffende open
bare zitting van de raad een van onze hoofdambtenaren in ge
breke heb gesteld wegens gebrek aan medewerking aan een stad
genoot. De leden kunnen in de betreffende notulen de formu
lering naslaan die ik heb gebezigd.
Ik voel het daarom als een sportieve plicht de raad mee
te delen dat ter regulering van de eigendomsverhoudingen,
als gevolg van de gerealiseerd constructie van de parallel
weg-die een reeds jaren uit onze gemeente vertrokken hoofd
ambtenaar op minder efficiënte wijze heeft vastgesteld, i
het betreur, de huidige toch al overbelaste hoofdambtenaar
op veel te korte termijn'de kastanjes uit het vuur heb laten
halen.
De diverse percelen en perceeltjes die moesten worden
geruild-gekocht-overgedragen-belast met een erfdienstbaar
,heid en allerlei andere perikelen bereidverklaringen enz
vormden een zodanige procedure dat noch de raadscommissies
noch b&w achteraf konden eisen in een zo korte spanne tijds
de zaak te kunnen afronden.
Ik wil deze toelichting besluiten met de hoop uit te
spreken dat de betrokken ambtenaar daarom de vorig jaar door
mij gedane mededelingen als niet gesproken wil beschouwen."
De heer HOENDERVANGERS wil wethouder Herbers graag dan
ken voor de betoonde openheid en eerlijkheid. Hij vraagt
zich wel af of dit nu in een raadsvergadering moet geschie-
d en
De VOORZITTER meent van wel. Destijds is de beschuldig
ing in het openbaar geuit, zodat alleen op dezelfde wijze
herstel mogelijk is.
De RAAD besluit zonder discussie en hoofdelijke stemming
overeenkomstig het voorstel.
5. INBRENGING IN HET GEMEENTELIJK
GRONDBEDRIJF VAN
1. GRONDEN
2. KOSTEN BOUWRIJPMAKEN
3. VERKOOPOPBRENGSTEN
behorende tot "exploitatie-op
zet Zuid III, 1969"
naar de toestand per 1 januari
1970.
■De heer HOENDERVANGERS weet dat dit besluit een eerste
begin is. Is het de bedoeling ook het industrieterrein in
het grondbedrijf op te nemen.