De voorzitter spreekt de hoop uit dat inderdaad de bestu
ren van deze en andere verenigingen meer attent zullen
zijn op het verzekeren van hun eigendommen.
Het voorstel wordt zonder discussie en hoofdelijke stem
ming aangenomen.
12a VOORLOPIGE VASTSTELLING REKENINGEN 1968
1.1 Vleeskeuringsdienst
1.2 Gasbedrijf
1.3 Woningbedrijf (67/68)
2. Algemene dienst.
De heer Hoendervangers attendeert er op, dat de rekening.
67/68 van het Woningbedrijf aantoont dat er voldoende mid
delen beschikbaar zijn om meer en verdergaand onderhoudswerk
aan wopingen te verrichten, Hij acht verder een verschil
in de gehanteerde onderhoudsnormen onjuist. Hij bepleit om
een winst van het bedrijf niet aan de reserve toe te voegen
doch voor onderhoud van woningen te gebruiken.
Wethouder Jansen wijst er op dat de gemeente voor woningwet
woningen en premiewoningen gebonden is aan de voorschriften
welke van rijkswege voor de exploitatie en toekenning van
de rijksbijdragen, zijn gegeven. De onderhoudsnormen worden
door het rijk vastgesteld. Alhoewel negatieve onderhoudsfond
sen uiteraard ongewenst zijn blijkt uit de jaarrekening dat
het college in bepaalde gevallen werkelijk wel een stap ver
der gaat en durft te gaan dan de voorschriften toelaten.
Wethouder Herbers meent te mogen zeggen dat het college
innerlijk geheel achter de bedoeling van de heer Hoender-
vangers kan staan. Hij wijst er op dat feitelijk niet
20.000,-- winst benut zou kunnen worden doch dat er een
reserve is van 500.000,--. Hij is van oordeel dat het col
lege de moed op moet brengen daarom bij voorbeeld
1 00 ..000,-- te gebruiken ook al wordt de vet met voeten
getreden
De heer Hoendervangers acht de afschrijvingspolitiek minder
juist. Hij meent dat een langere afschrijving meer ruimte
geeft voor meer onderhoud
Wethouder Jansen overtuigd hem echter dat deze opstelling
niet houdbaar is.. Er moet afschrijving plaats vinden op
annuïteitsbasis en wel gebouwen in 50 jaar en gronden
in 75 jaar. Deze afschrijving is reeds aanmerkelijk langer
dan in commerciële kringen gebruikelijk is.
De heer Hoendervangers wil hierna nog weten waarom voor de
z.g.- 3 Middenstandswoningen een hogere storting in het o n -
derhoudsfonds plaats vindt, waarop de heer Jansen antwoordt
dat het hier woningen betreft, die zonder enige financiële
bijdrage van het rijk werden gebouwd, zodat de gemeente
volledig vrij is bij de exploitatie. Gezien de huren bedui
dend liggen boven die van gesubsidieerde woningen, de wo
ningen groter zijn en de woningen winst opleveren is de
onderhoudsnorm iets hoger dan voor gesubsidieerde woningen
gesteld. De norm is overigens gelijk aan die, welke alge
meen wordt gehanteerd voor vergelijkbare woningen.
De rekeningen 1 968 worden hierna zonder hoofdelijke stem
ming voorlopig vastgesteld zoals zij zijn aangeboden.